23
Onderhoud - motor
23.14 Veiligheidspatroon vervangen
23.14
Veiligheidspatroon vervangen
LET OP
Motorschade door verontreinigd of beschadigd luchtfilter resp. veiligheidspatroon
Wanneer het luchtfilter resp. de veiligheidspatroon verontreinigd of beschadigd is, kan door
de werking van de machine schade aan de dieselmotor ontstaan.
Het luchtfilter en de veiligheidspatroon volgens de onderhoudstabel reinigen resp.
vervangen,
Een beschadigd luchtfilter en een beschadigd veiligheidspatroon onmiddellijk vervangen.
De veiligheidspatroon niet reinigen en opnieuw gebruiken maar altijd door een nieuwe
veiligheidspatroon vervangen.
BMG000-011
Interval voor controle en vervanging:
De machine stoppen en beveiligen,
De klemmen (2) ontgrendelen en de deksel (1) eraf halen.
Het filterelement (3) voorzichtig met lichte draaibewegingen uit het filterhuis (4) trekken.
De veiligheidspatroon (5) eruit draaien.
De binnenruimte en de afdichtvlakken van het filterhuis (4) reinigen.
Een nieuw veiligheidspatroon (5) indraaien.
Het gereinigde of een nieuw filterelement (3) inbouwen.
Het deksel (1) vastzetten met de klemmen (2).
23.15
Dieselmotor stopzetten
Maatregelen bij de stopzetting van de dieselmotor over een periode van 30 dagen
tot 12 maanden
De brandstoftank en de koelmiddeltank tot het maximaal toegestane vulniveau vullen. De
specificatie van de bedrijfsstoffen selecteren op de buitentemperaturen die tijdens de
stopzetting worden verwacht.
De brandstoftank en het voorfilter ontwateren.
Het koelmiddel moet minstens 50 % anticorrosie-/antivriesmiddel bevatten.
452
zie
Pagina 415.
zie
zie
Pagina 415.
Pagina 35.
Originele handleiding 150000767_05_nl
BiG X 780