20
Bediening
20.13 Automatisch stuursysteem
Levensgevaar door automatisch bestuurde machine
Vóór de inbedrijfstelling van het automatisch stuursysteem moet worden gecontroleerd of de
controleerbare veiligheidselementen deugdelijk werken.
Controleren of het automatisch stuursysteem uitschakelt wanneer het stuurwiel met een
ruk wordt bewogen of wanneer de bestuurder de bestuurdersstoel verlaat.
Visuele controle van de correcte toestand (dus zonder mechanische schade en lekkages)
van de rijvoelers, de stuurhoeksensor en de zichtbare slangen en kabels.
Levensgevaar door automatisch bestuurde machine
Bij werkzaamheden met geactiveerd automatisch stuursysteem moet de bestuurder extra
voorzichtig en behoedzaam handelen om op gevaren voor personen en waardevol materieel
te kunnen reageren.
Zorg ervoor dat zich binnen een straal van 50 meter rond de veldhakselaar geen
personen ophouden.
De bestuurder mag de cabine van de machine tijdens de werking van het automatisch
stuursysteem niet verlaten.
Tijdens de werking van het automatisch stuursysteem moet de bestuurder constant de
wegstreep en het rijtraject controleren, zodat hij bij voorkomende gevaren, obstakels of
onderbrekingen van de wegstreep de handmatige besturing onmiddellijk kan overnemen.
INFO
Bij volledig omhoog of omlaag bewogen achteras kunnen bij gebruik van het automatisch
stuursysteem geringe afwijkingen tot de plantenrij ontstaan.
Om een precieze geleiding langs de plantenrij door het automatisch stuursysteem te
garanderen:
Ervoor zorgen dat de achteras zich in de middelste stand bevindt (het voertuigframe staat
horizontaal).
Het automatisch stuursysteem is een optionele extra uitrusting voor de automatische geleiding
van de veldhakselaar langs een stengelige plantenrij.
Het automatisch stuursysteem is alleen beschikbaar in de bedrijfsmodus maïsmodus met
aangebouwd maïsvoorzetwerktuig EasyCollect of XCollect en bij de uitvoering "Automatisch
stuursysteem".
ü De dieselmotor draait.
ü De bestuurdersstoel is bezet.
ü De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar staat in de stand "Werken op het veld".
ü De machine bevindt zich op een vlakke ondergrond.
Het aanhakselen bij voorkeur in de modus "Rijvoeler automatisch stuursysteem" uitvoeren.
In het bestand kan in de volgende modi worden gereden:
•
ISO-rijvoeler
•
Rijvoeler Automatisch stuursysteem
Voor de instelling van de modus rijvoeler,
382
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
zie
Pagina 220.
Originele handleiding 150000767_05_nl
BiG X 780