23.6
Brandstof tanken
LET OP
Machineschade door gebruik van niet toegelaten of verontreinigde brandstof.
Wanneer niet toegestane of verontreinigde brandstof of brandstof met te hoog zwavelgehalte
wordt getankt, treedt er schade op aan de motor en het uitlaatgasreinigingssysteem.
Uitsluitend in de handel gangbare, zwavelvrije dieselbrandstof, conform EN 590 tanken.
Geen verontreinigde brandstof tanken.
De handleiding van de motorfabrikant, hoofdstuk "Tanken" in acht nemen.
De volgende brandstoffen niet gebruiken:
- zwavelhoudende brandstoffen boven 0,005 % (50 ppm) zwavel
- marine-dieselbrandstof
- vliegtuigturbinebrandstof
- verwarmingsolie
- vetzuurmetylester FAME (Bio-dieselbrandstoffen)
LET OP
Machineschade door water in de brandstof
Wanneer de machine niet met gevulde tank wordt geparkeerd, kan er condenswater worden
gevormd en kunnen er bij koude bevriezingen ontstaan.
Dagelijks na einde van de werking brandstof tanken.
BMG000-009
Vulhoeveelheid:
De gegevens in de volgende, meegeleverde documenten in acht nemen: handleiding motor,
hoofdstuk Smeer- en bedrijfsmiddelen.
De machine stoppen en beveiligen,
De klep (1) openklappen.
De omgeving rond de vulopening (3) reinigen.
Het tankdeksel (2) eraf schroeven.
De brandstoftank vullen met brandstof.
Het tankdeksel (2) dicht sluiten.
De klep (1) dichtklappen.
BiG X 780
Originele handleiding 150000767_05_nl
1
zie
Pagina 70.
zie
Onderhoud - motor
Pagina 35.
Brandstof tanken
23.6
1
2
3
23
441