Condens
Als u de camcorder snel verplaatst van een
gebied met warme temperaturen naar een
gebied met koude temperaturen of omgekeerd,
dan kan er op de interne oppervlakken
condens (waterdruppeltjes) ontstaan. Gebruik
de camcorder niet als condens wordt
gesignaleerd. Als u de camcorder blijft
gebruiken, kan deze beschadigd raken.
Condens kan zich in de volgende situaties
voordoen:
Wanneer de camcorder vanuit een kamer
met actieve airconditioning wordt mee-
genomen naar een warme, vochtige plaats
Wanneer u de camcorder van een koude
plaats meeneemt naar een warme kamer
Wanneer de camcorder wordt achtergelaten
in een vochtige kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt
verwarmd
Wat u wel en niet moet doen
C
ONDENSVORMING VOORKOMEN
Stel de camcorder niet bloot aan
plotselinge of extreme
temperatuurveranderingen.
Haal de schijf uit de camcorder, plaats de
camcorder in een luchtdichte plastic zak en
laat de camcorder langzaam aan
temperatuurveranderingen wennen voordat
u deze weer uit de zak haalt.
A
LS CONDENS WORDT ONTDEKT
De camcorder schakelt zichzelf
automatisch uit. Als er een schijf is
geplaatst, verwijder deze dan onmiddellijk
en laat de schijfafdekking openstaan. Als u
de schijf in de camcorder laat zitten, kan
deze beschadigd raken.
Een schijf kan niet worden geplaatst als
condens is ontdekt.
G
EBRUIK HERVATTEN
Hoe lang het precies duurt voordat de
waterdruppeltjes zijn verdampt, hangt af van
de locatie en weersomstandigheden. Als
vuistregel geldt: wacht 2 uur voordat u de
camcorder weer in gebruik neemt.
109
NL