4.4.3 Vullen en aanbrengen van de naaldreinigingscontainer
Waarschuwing
De veiligheidsaanwijzingen voor de omgang met reagentia moeten worden opgevolgd!
• Let op bij de omgang met oplosmiddelen!
• Draag bij de omgang met reagentia altijd geschikte beschermende laboratoriumkleding alsmede
handschoenen en een veiligheidsbril.
• Vul of leeg een naaldreinigingscontainer altijd buiten het apparaat in overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften, om het gevaar van morsen met reagentia te vermijden of te verlagen.
Let op
• De naaldreinigingscontainer is bedoeld voor de naald tijdens onderbrekingen van het apparaat.
Door de naald onder te dompelen in het toegevoegde oplosmiddel wordt voorkomen dat de naald
vast gaat zitten en is gewaarborgd dat deze doordringbaar blijft.
• Een gevulde naaldreinigingscontainer moet zowel in afdeklijn
• Vóór het aanbrengen van de naaldreinigingscontainer moet de complete eenheid voor de
naaldreinigingscontainer
naaldreinigingscontainer)
• Laat de naald niet langer dan nodig in de ruststand, om uitdrogen te voorkomen.
1. Schakel het apparaat in
2. Ga naar de
van afdeklijn
reinigen
3. Zet de schuif
(→ Afb. 10-2)
4. Verwijder de naald van de houder en plaats deze in de ruststand
5. Haal de naaldreinigingscontainer
apparaat - met xyleen tot de onderste rand van de dop
6. Plaats vervolgens de naaldreinigingscontainer in de opening en druk deze omlaag totdat deze
vastklikt.
7. Verwijder de naald uit de ruststand en plaats deze weer in de houder
3
Afb. 10
HistoCore SPECTRA CV
(→ P. 110 – 7.2.9 Verwijderen van de complete eenheid van de
zijn bevestigd in beide afdeklijnen tijdens de initiële installatie.
(→ P. 30 – 4.5 In- en uitschakelen van het
(→ P. 73 – 5.11 Modulestatus)
Modulestatus
of L2, om de betreffende naaldhouder omhoog te bewegen.
L1
(→ Afb. 10-1)
in een positie waarbij de opening voor de naaldreinigingscontainer
toegankelijk is.
(→ Afb. 10-3)
5
Installatie en ingebruikname
L1
als
en druk op de toets
(→ Afb.
uit de verpakking en vul deze - buiten het
(→ Afb.
10-5).
2
1
L2
worden gebruikt.
apparaat).
Spoelen/
3-10).
(→ Afb.
87).
4
4
29