Afdrukken vanuit bestand
1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op de knop Afdrukken uit
bestand.
2. Selecteer het tabblad Bestanden (dit is standaard geselecteerd).
3. Klik op Bladeren om een opdracht te zoeken en te selecteren.
4. Selecteer de map van de opdracht in het vervolgkeuzemenu Zoeken in.
5. Selecteer de bestemming van de opdracht (Afdrukken, Afdrukken en opslaan,
Opslaan, Opslaan als achtergrondformulier). Als de opdracht wordt opgeslagen,
gebruikt u de toets Opslaglocatie om de opslaglocatie te selecteren.
6. Indien de opdracht wordt opgeslagen, de indeling kiezen waarin u de opdracht
wilt opslaan.
Zie
Scanbestandsindeling kiezen
7. Stel de opdrachteigenschappen in.
8. Klik op Afdrukken als u tevreden bent met uw instellingen.
OPMERKING
Het systeem maakt onderscheid tussen hoofd- en kleine letters wanneer
bestandstypefilters in Afdrukken uit bestand worden gebruikt. De PostScript-filter
geeft bijvoorbeeld alleen bestanden weer met de extensie .ps, en niet de bestanden
met de extensie .PS.
OPMERKING
Op het tabblad Opdrachtbeheer > opgeslagen worden alle opdrachten in de door
de gebruiker gedefinieerde opslaglocatie vermeld zoals opgegeven in de
Systeemvoorkeuren.
Verwante hints en tips
Deelonderwerp
Auto-proefafdruk - alleen
Productiviteitspakket
Xerox Nuvera Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule voor softwareversie 11.6
Geavanceerde publicatietoepassingen
voor meer informatie.
Beschrijving hint/tip
Alleen met Productiviteitspakket: Hoewel
kopieeropdrachten naar iedere willekeurige
wachtrij kunnen worden verzonden, kunnen
er onverwachte resultaten zijn als u een
kopieeropdracht verzendt naar een wachtrij
waarin Auto-proefafdruk niet is geselecteerd.
Scannen naar bestand-opdrachten kunnen
alleen naar de standaardwachtrij worden
verstuurd. Selecteer Auto-proefafdruk niet
in de standaardwachtrij, aangezien dit
onverwachte resultaten zal opleveren.
13-9