Afdrukkwaliteit aanpassen
Figuur 23. Een donker origineel. U kunt zien hoe het detail in schaduwen in de richting van zwarte
gebieden opschuift. Gegevens in histogram zijn links geconcentreerd.
Zoals te zien is in afbeelding 2, wordt het schaduweffect in de telefoon weliswaar
verbeterd, maar het gezicht van de vrouw is vrijwel geheel wit geworden. Aan de ene
kant boek u winst met de gewenste tooncorrectie, maar aan de andere kant gaan
de verzadigde tonen erop achteruit.
Figuur 24. De instelling is te licht gemaakt. U ziet dat sommige lichtere gebieden helemaal wit
zijn geworden. Gegevens in histogram zijn rechts geconcentreerd.
Zie voor informatie over werken met de optie Lichtheid/densiteit
Lichtheid/densiteit
aanpassen.
Info over scherpte
Een scherp beeld heeft duidelijke scherpe randen. Met Scherpte beïnvloedt u lokale
gebieden die een plotselinge overgang van licht naar donker te zien geven, zoals de
rand van een gebouw tegen de achtergrond van de hemel of de rand van een lijn
tegen een witte achtergrond. Wanneer een dergelijke overgang plaatsvindt in een
paar pixels (1-2), is het beeld scherp. Wanneer een dergelijke overgang plaatsvindt
in een groot aantal pixels (3-10 of meer), is het beeld wazig of onscherp.
Scherpteregeling
Door het beeld scherper te stellen, ontstaan duidelijke verschillen tussen aangrenzende
pixels (zie rechterdeel van figuur).
De optie Scherpte is vooral nuttig voor het verbeteren van potloodlijnen of om
montagelijnen beter te onderdrukken. In het algemeen ziet tekst er beter uit en voor
afbeeldingen is slechts een geringe aanpassing nodig.
Xerox Nuvera Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule voor softwareversie 11.6
27-5