Proefafdrukken genereren
Gebruik de toepassing Proefafdruk huidige opdracht wanneer u een opdracht vrijgeeft
om te worden afgedrukt of terwijl de opdracht wordt afgedrukt om te zien of de
opdracht wordt afgedrukt zoals verwacht. Er wordt een enkele voorbeeldpagina van
de opdracht afgedrukt, zodat u de opdrachtinstellingen kunt controleren.
Met deze toepassing kunt u de afdrukkwaliteit en de geselecteerde opdrachtopties
regelmatig controleren tijdens het afdrukken van de opdracht. Opdrachten die naar
bepaalde afwerkeenheden worden verzonden, bijvoorbeeld naar de
standaardafwerkeenheid , kunnen niet worden bekeken terwijl de hoofduitlegtafel
in gebruik is. Met de toepassing Proefafdruk huidige opdracht kunnen proefafdrukken
naar de bovenste opvangbak van de uitlegtafel worden verzonden.
Bij de toepassing Proefafdruk huidige opdracht gebeurt niet hetzelfde als wanneer
u proefafdruk maakt van de hele opdracht. Wanneer u een proefafdruk van de hele
opdracht maakt, wordt de hele opdracht afgedrukt en kunt u de opdracht alleen
aanpassen voordat u deze naar de printer verzendt. Met de toepassing Proefafdruk
huidige opdracht wordt er slechts een pagina afdrukt als voorbeeld. Bovendien kunt
u de opdracht aanpassen tijdens het afdrukproces.
OPMERKING
Deze toepassing is niet beschikbaar voor externe clients en ook niet wanneer het
systeem zich in de modus Beveiligd bevindt. U kunt echter wel proefafdrukken maken
van opdrachten met variabele gegevens.
Proefafdruk maken van een pagina tijdens de uitvoering van de
afdrukopdracht
1. Verzend een opdracht naar de wachtrij Vasthouden van de printer.
2. Klik met de rechtermuisknop op de opdracht en selecteer Opdracht vrijgeven.
3. Selecteer terwijl de afdrukopdracht wordt uitgevoerd Printer > Proefafdruk
huidige opdracht.
Er wordt een kopie van het volgende beeld afgeleverd in de bovenste opvangbak
(net zoals wanneer u een proefafdruk maakt van de hele opdracht), terwijl de
hele opdracht verder naar de uitlegtafel wordt afgedrukt. Er vallen geen delen
uit de opdracht weg, want er wordt doorgegaan met het afdrukken van de
opdracht.
4. Als u de eigenschappen van de opdracht wilt wijzigen, klikt u met de
rechtermuisknop op de opdracht en selecteert u Vasthouden.
De opdracht wordt in de lijst met inactieve opdrachten geplaatst.
5. Klik met de rechtermuisknop op de opdracht, selecteer Eigenschappen en breng
wijzigingen aan.
6. Selecteer Vrijgeven om de opdracht terug te plaatsen in de lijst met actieve
opdrachten.
Xerox Nuvera Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule voor softwareversie 11.6
Hoe kunt u...
25-101