Verwante hints en tips
Op systemen met een multifunctionele afwerkeenheid worden tabbladopdrachten
met de beeldzijde omhoog en in de volgorde N-naar-1 in de afwerkeenheid afgeleverd.
Alle vellen in tabbladopdrachten worden in de papierbaan omgekeerd voordat ze in
de afwerkeenheid belanden. Let daarom op het volgende:
• Tabbladen moeten N-1 in de invoerlade worden geplaatst (ook wel aflopend
gerangschikt genoemd).
• Als er voorgeboord papier moet worden gebruikt voor de opdracht, moet het
voorgeboorde papier voor het hoofdgedeelte van de opdracht in de lade worden
gedraaid, zodat de boorgaten zich aan de invoerkant (links) van het papier
bevinden. Dit in tegenstelling tot wat staat aangegeven op de labels op de laden.
• Als er voorbedrukt papier moet worden gebruikt voor een tabbladopdracht, moet
het voorbedrukte papier 180 graden worden gedraaid in de invoerlade. Dit in
tegenstelling tot wat staat aangegeven op de labels op de laden.
Via de koppelingen aan de linkerkant kunt u meer te weten komen over de
mogelijkheden van de multifunctionele afwerkeenheid.
Meer informatie over de mogelijkheden van de nieteenheden kunt u vinden in
Specificaties van de
nieteenheid.
Zie voor meer informatie over de mogelijkheden van de invoegmodule voor de
multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus
Multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus gebruiken
Wanneer u de multifunctionele afwerkeenheid Pro Plus gebruikt, kunt u uw opdrachten
afwerken met dezelfde toepassingen die op de professionele multifunctionele
afwerkeenheid beschikbaar zijn, met daarnaast ook een invoegmodule. Deze
invoegmodule biedt de volgende aanvullende afwerkingstoepassingen:
• Een invoeglade voor het toevoegen van voorbedrukte tabbladen, omslagen en
gekleurde vellen aan uw opdracht
• Een perforator voor 2/3 of 2/4 gaatjes
Voorbedrukte vellen invoegen op de multifunctionele afwerkeenheid
Pro Plus
Als u omslagen, voorbedrukte tabbladen of gekleurd papier in uw opdracht wilt
invoegen, volgt u deze stappen:
1. Selecteer op het beginscherm Papierladen.
2. Selecteer de papierlade (bijvoorbeeld Lade 5 Invoeglade of Afwerkeenheid A,
Lade 1) en klik met de rechtermuisknop op de lade.
3. Selecteer Eigenschappen. Als u een bepaalde papiersoort voor de lade wilt
gebruiken of andere eigenschappen wilt wijzigen, selecteert u de kenmerken die
overeenkomen met het papier dat in de invoeglade wordt geplaatst.
4. Klik op OK.
Xerox Nuvera Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule voor softwareversie 11.6
Specificaties multifunctionele
Hoe kunt u...
afwerkeenheid.
25-11