Problemen oplossen
Problemen met donkere of lichte beelden oplossen
Via de optie Afdrukkwaliteit in het menu Printer kunt u de algemene instellingen
voor densiteit en resolutie voor de op het systeem ondersteunde bestandstypen
selecteren. Controleer de instellingen op het tabblad Afdrukkwaliteit als u continu
problemen met de afdrukkwaliteit hebt (bijvoorbeeld als uw volledige opdracht te
licht of te donker is).
Als u het Xerox Nuvera 200/288/314 EA/MX Perfecting Production System gebruikt,
zorgt het apparaat er gewoonlijk voor dat de printerdensiteit van de
afdrukmechanismen gelijk en evenwichtig is. Als u echter verschil in licht/donker ziet
tussen zijde 1 en 2 van de afdrukopdracht, moet u test dC965 uitvoeren voordat u
contact opneemt met het Xerox Welcome Centre.
TIP
Klik voordat u opdrachten uitvoert op Printer > Afdrukkwaliteit om snel te bepalen
welke algemene apparaatinstellingen voor densiteit en resolutie momenteel
geconfigureerd zijn.
OPMERKING
Vraag uw systeembeheerder om de instellingen voor densiteit en resolutie in het
venster Afdrukkwaliteit te wijzigen. Als u het Xerox Nuvera 200/288/314 EA/MX
Perfecting Production System gebruikt en zijde 1 van de afdrukken lichter of donkerder
is dan zijde 2, voer dan test dC965 voor de afdrukkwaliteit uit voor meer informatie.
TIP
Als u een opdracht hebt geprogrammeerd en uitgevoerd en de resultaten zijn anders
dan u had verwacht, controleer dan of de standaardinstellingen voor het systeem
zijn hersteld door te klikken op Alles wissen of Herstellen in de gebruikersinterface.
Vervolgens de programmering instellen die specifiek is afgestemd op deze opdracht.
Moiré-patronen uit beelden verwijderen (bij scannen of kopiëren)
Het volgende is overgenomen uit Real World Scanning and Halftones van Glenn
Fleishman, David Blatner en Steve Roth:
"Moiré-patronen worden veroorzaakt door de wijze waarop rechte lijnen en patronen
door het menselijk oog worden waargenomen. Wanneer een reeks rechte lijnen of
rasters op elkaar wordt gelegd, kunnen moiré-patronen ontstaan. Met één raster
ontstaan dit soort gevlamde patronen nooit. Pas als twee of meer rasters op elkaar
worden gelegd, raakt ons waarnemingssysteem in de war en worden dit soort
verschijnselen waargenomen."
Moiré-patronen ontstaan bij het scannen of kopiëren van een origineel dat uit een
halftoon bestaat. Moiré is een digitaal kwaliteitsprobleem dat optreedt wanneer
twee patronen elkaar kruisen en een nieuw patroon vormen. Aangezien het nieuwe
patroon altijd grover is dan de twee originele patronen, verandert de vorm afhankelijk
van de rasterfrequentie en -hoek. Hoe fijner de twee originele patronen, des te
gemakkelijker het is om het moiré te zien. Moiré is minder zichtbaar op halftoonrasters
met een lagere frequentie.
Moiré kan optreden wanneer gescande halftonen op een beeldscherm worden
bekeken, omdat het raster een bepaalde frequentie heeft die wel of niet overeenkomt
met de rasterfrequentie en -hoek van het origineel.
31-6
Xerox Nuvera Handleiding voor de gebruiker en trainingsmodule voor softwareversie 11.6