Bediening
Basisfuncties
Geluid weergeven
1 Druk op de -schakelaar.
Hiermee zet u het apparaat aan.
2 Stel de ingangskeuzeschakelaars in.
Selecteer de ingangsbronnen voor de verschillende kanalen van de
apparaten die op dit apparaat aangesloten zijn.
— [
]: Audio vanaf een computer die aangesloten is op de
aansluiting voor [USB] is geselecteerd.
— [LINE]: Audio vanaf een apparaat dat aangesloten is op de ingang
voor [LINE] is geselecteerd.
— [PHONO]: Audio vanaf analoge spelers die aangesloten zijn op
de ingangen voor [PHONO] is geselecteerd.
3 Draai aan de [TRIM]-knop.
Hiermee regelt u het niveau van de geluidssignalen voor elk kanaal.
Als het geluid goed doorkomt, gaat het bijbehorende lampje branden.
4 Schuif de kanaalfader omhoog.
Hiermee regelt u het niveau van de geluidsweergave voor elk kanaal.
5 Stel de crossfader in.
Deze handeling is niet nodig wanneer de keuzeschakelaar [CROSS
F.CURVE] op [THRU] staat.
6 Draai de bedieningsknop [MASTER LEVEL].
Geluidssignalen worden weergegeven vanaf de uitgangen [MASTER1]
en [MASTER2].
Het lampje van Master Level gaat branden.
Aanpassen van de geluidskwaliteit
Draai aan de bedieningsknoppen [ISO (HI, MID,
LOW)] voor de betreffende kanalen.
De instelbereiken voor de betreffende instellingen worden hieronder
vermeld.
— [HI]: –∞ dB tot +6 dB (20 kHz)
— [MID]: –∞ dB tot +6 dB (1 kHz)
— [LOW]: –∞ dB tot +6 dB (20 Hz)
Meeluisteren via een hoofdtelefoon
1 Sluit een hoofdtelefoon aan op de
[PHONES]-aansluiting.
2 Druk op de knop(pen) [CUE] voor het/de kanaal/
kanalen waarmee u wilt meeluisteren.
3 Draai aan de bedieningsknop [HEADPHONES
MIXING].
Hiermee kunt u de balans regelen van het meeluistervolume voor het
geluid van de kanalen waarvoor de knop [CUE] is ingedrukt en het kanaal
[MASTER].
4 Draai aan de bedieningsknop [HEADPHONES
LEVEL].
Pas het niveau van de geluidssignalen aan voor de hoofdtelefoon.
De fadercurve instellen
Schakel de keuzeschakelaar [CROSS F.CURVE (THRU,
,
)] om.
— [THRU]: Stel deze optie in wanneer de crossfader niet gebruikt
wordt.
— [
]: De curve neemt langzaam toe.
— [
]: De curve neemt snel toe. (Als de crossfader vanaf uiterst
links of rechts verschoven wordt, dan wordt de geluidsweergave
onmiddellijk naar de andere kant gewijzigd.)
De functie Fader omkeren gebruiken
Zet de schakelaar [CROSS F.REVERSE] op aan.
Wanneer u de schakelaar [CROSS F.REVERSE] gebruikt, wordt de
werkingsrichting van de crossfader omgekeerd.
Het gebruik van AUX
1 Zet de keuzeschakelaar voor de ingang op AUX.
— [
]: Audio vanaf een computer die aangesloten is op de
aansluiting voor [USB] is geselecteerd.
— [LINE]: Audio vanaf een apparaat dat aangesloten is op de ingang
voor [LINE] is geselecteerd.
2 Draai aan de knop [AUX TRIM].
Hiermee regelt u het niveau van het geluidssignaal voor het AUX-kanaal.
Het gebruik van een microfoon
1 Sluit een microfoon aan op de
[MIC]-ingangsaansluiting.
2 Draai aan de bedieningsknop [MIC LEVEL].
Hiermee past u het volume van de ingang voor [MIC] aan.
! Als de bedieningsknop naar uiterst rechts gedraaid is, zal de
geluidsweergave te luid zijn.
3 Draai aan de bedieningsknop [MIC TONE] om de
geluidskwaliteit aan te passen.
— Wanneer de bedieningsknop naar de stand [LOW] gedraaid
wordt, wordt de hoge frequentie afgezwakt.
0 tot -12 dB (10 kHz)
— Wanneer de bedieningsknop naar de stand [HI] gedraaid wordt,
wordt de lage frequentie afgezwakt.
0 tot -12 dB (100 Hz)
9
Nl