Controleer de continuïteit van de dunne diagnostische lijnen op het statusplot voor de uitlijning. In één sectie
worden gekleurde lijnen afgedrukt in overeenstemming met zwarte lijnen om de uitlijning van de ene kleur naar de
andere te testen. In een andere sectie is er een blok met tekst om de uitlijning tussen de omgekeerde en
voorwaartse pass van een primaire kleur te controleren.
De optimalisatievloeistof is transparant en kan meestal niet direct worden gezien. De vloeistof is te zien op
sommige substraten (zoals zelfklevend vinyl) bij afdrukken in combinatie met gekleurde inkten. Het
kruispatroon dat boven de referentieschaal op deze manier wordt afgedrukt, kan gebruikt worden om de
uitlijning van de optimalisatie op sommige substraten te evalueren. In een goed uitgelijnd systeem zal het
lichtgekleurde kruis in het midden van het patroon uitgelijnd worden met de vier zwarte lijnen aan de zijkanten
van het patroon.
Als de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd of als u er twijfels over heeft, omdat er bijvoorbeeld een substraatstoring
is opgetreden– lijn vervolgens de printkoppen uit. Zie
Kalibratieplot substraat advance
Om de kwaliteit van de afdruk aan te passen, kan het nodig zijn om de snelheid waarmee het substraat wordt
gebruikt aan te passen. De substraat vooruit bepaalt het plaatsen van de stippen op het substraat. Wanneer het
substraat niet op de juiste wijze wordt geavanceerde, verschijnen er lichte of donkere banden op de afgedrukte
afbeelding en kan de korrel in de afdruk toenemen.
U kunt de substraat advance vanuit de RIP of het frontpaneel wijzigen met de substraat-advance parameter in
de substraatvoorinstelling.
Zo drukt u het controleplot van de substraat vooruit af:
1.
Gebruik hetzelfde substraattype als bij de gedetecteerde.
2.
Controleer of het gekozen substraattype gelijk is aan het substraattype dat in de printer is geladen.
3.
Ga naar het voorpaneel en
Het controleplot van de substraat vooruit bestaat uit meerdere kolommen met onder elke kolom een cijfer.
Voer het nummer van de lichtste kolom in in de parameter Substraatvoortgrond voor elke afdrukmodus van de
huidige substraatvoorinstelling.
Twee plots worden horizontaal naast elkaar afgedrukt. De rechterprinter verbruikt minder inkt en is
geoptimaliseerd voor substraatfamilies zoals papier en polypropyleen. De linkerkant is geoptimaliseerd
voor vinyls en soortgelijke substraatfamilies.
146 Hoofdstuk 8 Problemen met de afdrukkwaliteit
oplossen
Align the printheads (Printkoppen uitlijnen) op pagina 153.
tap.
DEWW