Bovendien moet u altijd klonen van een generieke voorinstelling om kalibraties uit te voeren, zelfs als u geen
instellingen wilt wijzigen.
De printer bevat generieke voorinstellingen voor de ondersteunde substraatcategorieën: zie
substraatcategorieënop pagina 44.
Een substraatvoorinstelling klonen
U kunt om de volgende redenen een voorinstelling klonen en bewerken:
p.
Zelf een naam toewijzen aan een voorinstelling
q.
De voorinstelling aanpassen aan de precieze kenmerken van uw substraat
r.
De voorinstelling aanpassen aan uw gebruik van het substraat, van de beste afdrukkwaliteit tot een
snelle productie-uitvoer.
Om een voorinstelling voor een substraat te klonen, volgt u deze stappen:
1.
Op het voorpaneel tapt u
substraatnaam.
2.
Tik
3.
Tap op Clone (Klonen) om de voorinstelling te klonen en voer een naam in voor de nieuwe voorinstelling.
De nieuwe voorinstelling wordt weergegeven onder aan de lijst met algemene voorinstellingen.
Een substraatvoorinstelling wijzigen
U kunt een voorinstelling wijzigen door Modify (Wijzigen) toe te passen.
Klik vervolgens
toevoegen. U kunt de naam van elke afdrukmodus verwijderen of wijzigen; hoewel u minstens één
afdrukmodus moet behouden.
106 Substraatinstellingen
hoofdstuk 4
op , vervolgens op Substraatcategorie en vervolgens op een algemene
in de rechterbovenhoek.
oppictogram van de afdrukmodus die u wilt wijzigen; of klik op Nieuwe afdrukmodus
Ondersteunde
DEWW