38
Verbinding maken met een smartphone
Installeer de GoFree-app op de smartphone voor u deze procedure volgt.
1.
Zet de interne draadloze module in de modus Toegangspunt. Selecteer de pagina
Draadloze apparaten in het dialoogvenster Draadloos en selecteer de interne
draadloze module van de unit. Selecteer vervolgens de optie Modus en daarna Intern
toegangspunt.
2.
Selecteer een apparaat op de pagina Draadloze apparaten om de netwerksleutel van dat
apparaat te bekijken.
3.
Navigeer op de smartphone naar de pagina waar u verbinding kunt maken met een
draadloos netwerk en zoek de unit of het GoFree draadloze xxxx netwerk. Ga naar het
dialoogvenster Draadloos en kijk op de pagina Draadloze apparaten om te controleren
welk draadloos apparaat met de unit is verbonden als er meer dan één unit binnen bereik
is.
4.
Voer de netwerksleutel in op de smartphone om verbinding te maken met het netwerk.
5.
Open de GoFree-applicatie op de smartphone - de unit wordt automatisch gedetecteerd.
De naam die wordt weergegeven is de standaardnaam of de naam die is ingevoerd bij de
instelling Apparaatnaam. Volg de instructies op het scherm om de unit handmatig te
zoeken als deze niet verschijnt.
De display van de MFD wordt getoond op de smartphone. Gebruik de MFD om de display
van de MFD te wijzigen als u een andere MFD-display op uw smartphone wilt. De wijziging
van de display van de MFD wordt overgenomen op de smartphone.
Draadloze instellingen
Biedt configuratie- en instellingsopties voor de draadloze functionaliteit.
Afstandsbedieningen
Als een draadloos apparaat is verbonden, verschijnt het in de lijst met
Afstandsbedieningen.
Selecteer Altijd toestaan als u wilt dat het apparaat automatisch verbinding maakt zonder
iedere keer een wachtwoord nodig te hebben. In dit menu kunt u ook de verbinding
verbreken met apparaten die niet langer toegang nodig hebben.
Draadloze apparaten
In dit dialoogvenster ziet u de interne draadloze (en eventueel verbonden) WIFI-1-apparaten
met hun IP- en kanaalnummer. Als u het interne draadloze (of WIFI-1) apparaat selecteert,
worden aanvullende details weergegeven.
Als u de details (netwerknaam (SSID), netwerksleutel of kanaal) van het interne draadloze
apparaat wilt weergeven en wijzigen, dient het interne draadloze apparaat zich in de modus
Toegangspunt (interne WiFi) te bevinden. Om een netwerk (hotspot) te selecteren voor
verbinding, dient het interne draadloze apparaat zich in de Clientmodus te bevinden.
Gebruik de optie Modus om van modus te veranderen.
Software installeren
| NSS evo3 Installatiehandleiding