32
X
Afstellen antennehoogte
Stel de hoogte van de radarscanner af op het wateroppervlak. De radar gebruikt deze waarde
voor het berekenen van de correcte STC-instellingen.
Afstellen peiluitlijning
Hiermee wordt de koersmarkering op het scherm uitgelijnd met de middellijn van het
vaartuig. Zo worden kleine uitlijningsverschillen van de scanner tijdens installatie
gecompenseerd. Eventuele onnauwkeurigheden worden duidelijk bij het gebruik van
MARPA of kaart-overlay.
Richt het vaartuig loodrecht op het einde van een golfbreker of schiereiland. Pas de
peilinstelling aan, zodat koersmarkering en landmassa elkaar kruisen.
Nevenbundelonderdrukking
Van tijd tot tijd kunnen verkeerde doelecho's optreden naast sterke doelecho's zoals grote
schepen of containerhavens. Dit gebeurt omdat niet alle verzonden radarenergie door de
radarantenne in een enkele straal gebundeld kan worden. Een kleine hoeveelheid energie
wordt in andere richtingen verspreid. Deze energie wordt aangeduid als 'nevenbundels' en
komt voor in alle radarsystemen. De echo's die worden veroorzaakt door nevenbundels
verschijnen meestal als bogen.
Ú Notitie:
Deze functie mag alleen worden aangepast door ervaren radargebruikers. Als
deze functie niet juist wordt ingesteld, kan er doelverlies in havens optreden.
Als de radar dichtbij metalen objecten gemonteerd wordt, neemt het aantal nevenbundels
toe omdat de focus van de straal desintegreert. De toegenomen hoeveelheid
nevenbundelecho's kan worden verwijderd met de functie Onderdrukken nevenbundels.
Standaard staat deze functie op Auto. Deze hoeft normaal gesproken niet te worden
aangepast. Als er echter veel metaalecho rond de radar is, kan het nodig zijn de
nevenbundelonderdrukking te verhogen. De functie dient als volgt te worden aangepast:
1.
Stel het radarbereik in tussen 1/2 nm tot 1 nm en de nevenbundelonderdrukking op Auto
2.
Breng het vaasrtuig naar een plaats waar nevenbundelecho's verwacht kunnen worden.
Dit zal vaak zijn in de buurt van een groot schip, een containerhaven of een metalen brug.
3.
Vaar het gebied af tot de sterkste nevenbundelecho's worden gezien.
4.
Zet Auto nevenbundelonderdrukking op UIT. Selecteer de regeling en pas deze aan tot
de echo's net zijn verwijderd. Er kunnen 5-10 radarrotaties nodig zijn om zeker te weten
dat ze verwijderd zijn.
5.
Vaar nogmaals door het gebied. Stel de functie opnieuw af als er nog steeds
nevenbundelecho's voorkomen.
6.
Verlaat het dialoogvenster.
Blanco sector op radar (alleen Halo-radar)
Als de radar is geïnstalleerd in de buurt van een mast of constructie kan dit leiden tot
ongewenste weerkaatsingen of interferentie op het radarbeeld. Gebruik de functie Sector
blanco om te zorgen dat de radar niet meer scant in de richting van maximaal vier sectoren.
De blanco sector treedt op op de PPI van de hoofdradar en de radaroverlay op een kaart.
Ú Notitie:
Sectoren zijn ingesteld ten opzichte van de koerslijn van de radar. De koers van
de sector wordt gemeten vanaf de middellijn van de sector.
Software installeren
| NSS evo3 Installatiehandleiding
X