Zoekdiepte
Door ruis kan de echosounder gaan zoeken op onrealistische dieptes. Door de zoekdiepte
handmatig in te stellen, geeft het systeem echo's weer van objecten binnen het ingestelde
dieptebereik.
Diepte-offset
Alle transducers meten de waterdiepte van de transducer tot de bodem. Daardoor tellen de
waterdieptewaarden voor de afstand tussen de transducer en het laagste punt van de boot
(bijvoorbeeld: de onderkant van de kiel, het roer of de scheg) in het water of vanaf de
transducer tot het wateroppervlak niet mee.
Meet voorafgaand aan het instellen van de offset de afstand van de transducer naar het
laagste punt van de boot in het water, of van de transducer naar het wateroppervlak.
A
Laagste punt van de offset van het vaartuig: stel de afstand in van de transducer tot
het laagste punt van de boot in het water. Dit moet worden ingesteld als een
negatieve waarde. Bijvoorbeeld -0,3 m (-1 ft).
B
Voor de offset van de diepte onder het wateroppervlak (de waterlijn): stel de
afstand van de transducer naar het wateroppervlak in. Dit moet worden ingesteld
als een positieve waarde. Bijvoorbeeld +0,5 m (+1,77 ft).
Zet de offset op 0 voor de diepte onder de transducer.
Softwareversie van echosounder
De softwareversie van externe echosoundermodules wordt weergeven boven in het
dialoogvenster Echo-installatie. Voor informatie over software-upgrades raadpleegt u
"Software-updates en back-up van gegevens" op pagina 44.
Kalibratie watersnelheid
Kalibratie van de watersnelheid wordt gebruikt om de snelheidswaarden van het
schoepenwiel aan te passen aan de werkelijke snelheid van het vaartuig door het water. De
werkelijke snelheid kan worden bepaald via de GPS-grond snelheid (SOG) of door de
snelheid van het vaartuig te meten over een bepaalde afstand. De snelheidskalibratie dient
te worden uitgevoerd in rustige omstandigheden, met minimale wind en stroombeweging.
Verhoog deze waarde tot boven de 100% als het schoepenwiel een te lage meting geeft en
verlaag deze waarde als de meting te hoog is. Als de gemiddelde watersnelheid bijvoorbeeld
8,5 knopen is (9,8 mijl per uur/15,7 km per uur) en SOG registreert 10 knopen (11,5 mijl per
uur/18,5 km per uur), moet de kalibratiewaarde worden verhoogd tot 117 %. U kunt de
aanpassing berekenen door de SOG te delen door de snelheid van het schoepenwiel en de
uitkomst te vermenigvuldigen met 100.
Kalibratiebereik: 50-200 %. De standaardwaarde is 100 %.
Software installeren
| NSS evo3 Installatiehandleiding
B
A
29