4 TotalFlow Print Server configureren
Ga als volgt te werk om de standaardinstellingen en tijdelijke uitschakelingen van de virtuele printer te
gebruiken voor taakeigenschappen:
1. Ga naar de Configuratie-hub, klik op het tabblad Netwerk en ga vervolgens naar de Virtuele
printers-pod.
2. Klik op de naam van de virtuele printer die u wilt wijzigen en klik op
3. Klik op [ [ T T a a a a k k e e i i g g e e n n s s c c h h a a p p p p e e n n ] ] om de Editor taakeigenschappen te openen.
4. Voer voor de eigenschappen die u wilt wijzigen nieuwe waarden in of selecteer deze.
Voor meer informatie over de taakeigenschappen, zie de Help-ballon.
5. Voor elke eigenschap die u instelt, klikt u op het Stapelen-pictogram om de waarde te markeren
als een standaardinstelling of een overschrijving. Het Stapelen-pictogram schakelt tussen
standaardafbeeldingen en overschrijfafbeeldingen.
4
•
, de stapel met het goudkleurige papier onderaan, wil zeggen dat de waarde een
standaardwaarde is.
•
, de stapel met het goudkleurige papier bovenaan, wil zeggen dat de waarde een
overschrijfwaarde is.
6. Klik op [ [ O O K K ] ] .
S S t t a a n n d d a a a a r r d d i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n v v a a n n p p r r i i n n t t e e r r s s i i n n s s t t e e l l l l e e n n v v o o o o r r
t t a a a a k k e e i i g g e e n n s s c c h h a a p p p p e e n n
U kunt de standaardwaarden voor taakeigenschappen associëren met de printer. De printer gebruikt
deze waarden voor eigenschappen die niet via een andere manier zijn ingesteld.
Ga als volgt te werk om de standaard-printerinstellingen in te stellen:
1. Ga naar de Configuratie-hub, klik op het Gegevensstroom-tabblad en ga vervolgens naar de
Basis-pod.
2. Klik op de Basis-pod om deze te openen en te bewerken.
3. Klik op [ [ T T a a a a k k e e i i g g e e n n s s c c h h a a p p p p e e n n ] ] om de Editor taakeigenschappen te openen.
4. Klik op [ [ O O K K ] ] .
M M e e t t p p r r i i n n t t e e r r p p r r o o t t o o c c o o l l l l e e n n v v o o o o r r n n e e t t w w e e r r k k s s e e r r v v i i c c e e s s w w e e r r k k e e n n
Een protocol is een set met regels die de communicatie en gegevensoverdracht controleert tussen het
hostsysteem en een printer in een netwerk.
Als een protocol geactiveerd is, kunnen taken met gebruik van dat protocol naar de printer worden
gestuurd.
Protocollen inschakelen
Gebruik de Netwerkservices-pod om een netwerkprotocol voor de TotalFlow Print Server in te schakelen.
Ga als volgt te werk om een netwerkprotocol in te schakelen:
78
, het Bewerken-pictogram.