4. Klik op [ [ O O K K ] ] .
Een virtuele printer wijzigen
U kunt een bestaande virtuele printer wijzigen zodat u deze voor een andere taak kunt gebruiken of als
de eis voor een bestaande taak verandert.
Ga als volgt te werk om een virtuele printer te wijzigen:
1. Ga naar de Configuratie-hub, klik op het Netwerk-tabblad en ga vervolgens naar de Virtuele
printers-pod.
2. Klik op de naam van de virtuele printer die u wilt wijzigen en klik op
3. Werk de opties indien nodig bij.
Voor meer informatie, zie de ballonhelp.
De [ [ W W S S D D ] ] - en [ [ A A p p p p l l e e T T a a l l k k ] ] -methodes voor het indienen van taken kunnen slechts voor één
virtuele printer tegelijkertijd worden geactiveerd. [ [ O O n n b b e e w w e e r r k k t t e e p p o o o o r r t t ] ] kan worden geactiveerd
voor meerdere virtuele printers, maar iedere virtuele printer moet een ander poortnummer
gebruiken.
4. Klik op [ [ O O K K ] ] .
Een virtuele printer verwijderen
Het is mogelijk een bestaande virtuele printer te verwijderen als u deze niet meer nodig heeft.
Ga als volgt te werk om een virtuele printer te verwijderen:
1. Ga naar de Configuratie-hub, klik op het tabblad Netwerk en ga vervolgens naar de Virtuele
printers-pod.
2. Klik op de naam van de virtuele printer die u wilt verwijderen en klik vervolgens op
Verwijderen-pictogram.
3. Klik op [ [ J J a a ] ] om de actie te bevestigen.
Standaardinstellingen en overschrijvingen van virtuele printers instellen voor
taakeigenschappen
U kunt standaardwaarden en overschrijvingen voor taakeigenschappen koppelen aan een virtuele
printer.
Wanneer de virtuele printer een taak ontvangt, worden de standaardinstellingen van de virtuele printer
gebruikt voor eigenschappen zonder waarde. De overschrijvingen van de virtuele printer worden
gebruikt voor alle taakeigenschappen in plaats van de waarden in het taakticket.
Een virtuele printer wijzigen
, het bewerken-pictogram.
, het
4
77