5 Werken met taken
Ga als volgt te werk om de opties van de bijsnijdgrootte in te stellen:
1. Open [ [ E E d d i i t t o o r r t t a a a a k k e e i i g g e e n n s s c c h h a a p p p p e e n n ] ] .
2. Klik links in het scherm op [ [ B B i i j j s s n n i i j j d d f f o o r r m m a a a a t t ] ] .
3. Gebruik de weergegeven opties om de instellingen van de bijsnijdgrootte te bewerken.
De [ [ M M a a r r g g e e / / r r u u g g m m a a r r g g e e - - i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n ] ] instellen
1. Klik links in het scherm op [ [ B B i i j j s s n n i i j j d d f f o o r r m m a a a a t t ] ] .
2. Vink het selectievakje [ [ M M a a r r g g e e / / r r u u g g m m a a r r g g e e - - i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n ] ] aan.
3. Selecteer [ [ B B a a s s i i s s v v a a n n a a f f g g e e w w e e r r k k t t e e g g r r o o o o t t t t e e ] ] uit de vervolgkeuzelijst [ [ P P a a s s s s e e n n d d k k a a d d e e r r ] ] om de
afdrukgegevens op het afgewerkte formaat te doen passen of [ [ A A f f l l o o o o p p b b a a s s i i s s ] ] om de
afdrukgegevens in de afloop te doen passen.
4. De boven-, onder-, linker en rechter marges geven de hoeveelheid ruimte aan tussen het
afgewerkte formaat en de buitenste randen van het vel. Als u deze wilt instellen, voer de waarden
dan in de daarmee overeenkomende velden in.
5. Geef de breedte van de rugmarge op in de velden [ [ H H o o r r i i z z o o n n t t a a l l e e r r u u g g m m a a r r g g e e ] ] en [ [ V V e e r r t t i i c c a a l l e e
5
r r u u g g m m a a r r g g e e ] ] .
6. Stel in hoe ver het afgewerkte formaat buiten de randen van de marges en rugmarge mogen
uitlopen, door het formaat in te voeren in de velden [ [ H H o o r r i i z z o o n n t t a a l l e e a a f f l l o o o o p p ] ] en [ [ V V e e r r t t i i c c a a l l e e a a f f l l o o o o p p ] ] .
7. Het afgewerkte formaat is standaard ingesteld als de ruimte die overblijft als de marges en
rugmarge van het formaat van het vel worden afgetrokken, verdeeld over het aantal opvolgende
pagina's. Als u een ander afgewerkt formaat wilt instellen:
1. Vink het selectievakje [ [ A A f f g g e e w w e e r r k k t t e e g g r r o o o o t t t t e e ] ] aan.
2. Typ de formaatwaarden in de velden [ [ H H o o r r i i z z o o n n t t a a a a l l f f o o r r m m a a a a t t ] ] en [ [ V V e e r r t t i i c c a a a a l l f f o o r r m m a a a a t t ] ] .
Als u een groter aangepast formaat instelt dan het standaardformaat, kunnen gebieden van het
afgewerkte formaat groter dan het vel zijn.
8. Als u de favoriete meeteenheid wilt instellen, selecteer dan een optie uit de vervolgkeuzelijst
[ [ M M e e e e t t e e e e n n h h e e d d e e n n ] ] .
Als voor een PDF-bestand alleen de Mediabox ingesteld is en geen Bijsnijdbox of Trimmerbox is
opgegeven, heeft het geen zin als u een waarde instelt voor het afloopgebied tenzij u de optie
[ [ A A f f l l o o o o p p b b a a s s i i s s ] ] selecteert. Als er geen afloop is ingesteld, wordt een basic PDF-bestand afgedrukt
ongeacht of [ [ B B a a s s i i s s v v a a n n a a f f g g e e w w e e r r k k t t e e g g r r o o o o t t t t e e ] ] of [ [ A A f f l l o o o o p p b b a a s s i i s s ] ] is geselecteerd. Een PDF-bestand
waarvoor Mediabox, Bijsnijdbox en Trimmerbox zijn opgegeven, wordt afwijkend afgedrukt afhankelijk
van de door u geselecteerde optie, zelfs als de afloop is ingesteld op 0.
Bijsnijdmarkeringen afdrukken
1. Klik links in het scherm op [ [ B B i i j j s s n n i i j j d d f f o o r r m m a a a a t t ] ] .
2. Als u bijsnijdmarkeringen in het midden wilt afdrukken:
1. Selecteer in de vervolgkeuzelijst [ [ A A f f d d r r u u k k z z i i j j d d e e v v a a n n g g e e c c e e n n t t r r e e e e r r d d e e b b i i j j s s n n i i j j d d m m a a r r k k e e r r i i n n g g ] ] de
zijde waarop de bijsnijdmarkeringen moeten worden afgedrukt.
134