Inhoudsopgave
Advertenties
5 Werken met taken
De basisopties voor de taak configureren
U kunt de basisinformatie voor de taak bewerken.
1. Klik links in het scherm op [ [ T T a a a a k k s s e e t t - - u u p p ] ] .
2. Voer in [ [ D D o o o o r r s s l l a a g g e e n n ] ] het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken.
3. Vouw de [ [ T T a a a a k k i i n n f f o o r r m m a a t t i i e e ] ] -groep uit.
4. Voer in het veld [ [ P P a a g g i i n n a a b b e e r r e e i i k k ] ] één of meerdere pagina's (gescheiden door komma's) of een
bereik in om op te geven welke pagina's u wilt afdrukken.
5. Om een proefexemplaar van de taak af te drukken voordat alle exemplaren voor de finale druk
worden vrijgegeven, selecteert u [ [ A A a a n n ] ] in de vervolgkeuzelijst [ [ V V o o o o r r b b e e e e l l d d a a f f d d r r u u k k ] ] .
6. Als u een bannerpagina voor de taak wilt plaatsen, ga dan naar [ [ B B a a n n n n e e r r p p a a g g i i n n a a ] ] en selecteer
[ [ V V o o o o r r t t a a a a k k ] ] . Om de bannerpagina voor en na de taak te plaatsen, klikt u op [ [ V V o o o o r r e e n n n n a a t t a a a a k k ] ]
7. Voer in het veld [ [ T T a a a a k k n n a a a a m m ] ] de naam van de taak in. U kunt maximaal 255 tekens (bytes)
invoeren.
8. Voer in het veld [ [ V V o o o o r r h h e e t t l l a a a a t t s s t t g g e e w w i i j j z z i i g g d d d d o o o o r r ] ] een naam in om aan te geven welke
5
gebruiker de taak wijzigt of kies een gebruiker die al in de vervolgkeuzelijst is geregistreerd.
9. Voer in het veld [ [ K K l l a a n n t t ] ] de naam in van de persoon die eigenaar is van de taak.
10. Wanneer u heeft gekozen om een bannerpagina aan de taak toe te voegen, dient u de informatie
die op de banner afgedrukt moet worden, in het veld [ [ I I n n f f o o r r m m a a t t i i e e b b a a n n n n e e r r p p a a g g i i n n a a ] ] te bewerken.
11. Voeg extra informatie over de taak toe in de velden [ [ O O p p m m e e r r k k i i n n g g e e n n 1 1 ] ] en [ [ O O p p m m e e r r k k i i n n g g e e n n 2 2 ] ] .
12. Voer in het veld [ [ B B e e s s c c h h r r i i j j v v i i n n g g ] ] een tekst in om een beschrijving aan de taak toe te voegen.
Sommige opties zijn niet beschikbaar voor de standaardeigenschappen of als u de eigenschappen van
de afdruktaak bewerkt in de pod V V i i r r t t u u e e l l e e p p r r i i n n t t e e r r s s .
De taakprioriteit instellen
Bepaalt de prioriteit van de taak.
Ga als volgt te werk om de taakprioriteit in te stellen:
1. Klik links in het scherm op [ [ T T a a a a k k s s e e t t - - u u p p ] ] .
2. Ga naar [ [ P P r r i i o o r r i i t t e e i i t t ] ] onder [ [ G G e e a a v v a a n n c c e e e e r r d d e e i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n ] ] .
3. Selecteer het selectievakje om het invoerveld [ [ P P r r i i o o r r i i t t e e i i t t ] ] te activeren.
4. Voer
100
prioriteit wilt geven.
De opties voor het bewaren van taken instellen
Bepaalt of de taak moet worden bewaard en zo ja hoelang.
Ga als volgt te werk om in te stellen of en hoe een taak moet worden bewaard:
1. Klik links in het scherm op [ [ T T a a a a k k s s e e t t - - u u p p ] ] .
2. Scroll omlaag en ga naar [ [ O O p p s s l l a a a a n n ] ] onder [ [ G G e e a a v v a a n n c c e e e e r r d d e e i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n ] ] .
126
in wanneer u de taak de hoogste prioriteit wilt geven of
wanneer u de taak de laagste
1
Advertenties
Inhoudsopgave
