NP
N/R
N
SL
2.5–4
CL/UL
UL
ULC
–
Zie pagina 21 voor de kleurencode voor draden.
3
3
3
3
1
1
1
1
4
4
4
4
5
5
5
5
3
3
3
3
1
1
1
1
4
4
4
4
5
5
5
5
3
3
3
3
1
1
1
1
4
5
4
4
4
5
5
5
3
3
3
3
1
1
1
1
4
4
5
4
4
5
5
5
4–draads overlock met geïntegreerde
veiligheidsnaad
Zie pagina 15
•
Zie pagina 14/15
–
Zie pagina 33
4–draads overlock
Zie pagina 42
met geïntegreerde veiligheidsnaad
Middelzware
Zie pagina 14
stof
•
Als de bovenste grijperdraad zichtbaar is aan de
onderkant van de stof:
2
–
2
2
2
6
6
6
6
–
Als de onderste grijperdraad zichtbaar is aan de
bovenkant van de stof:
–
2
2
2
2
–
6
6
6
6
Als de linker naalddraad te los is:
–
2
2
2
2
6
6
6
6
Als de rechter naalddraad te los zit:
–
2
2
2
2
6
6
6
6
LET OP:
–
Bij de hier genoemde spanningsinstellingen
gaat het alleen om een advies.
–
De juiste spanning is afhankelijk van:
1. Het soort en de dikte van de stof
2. Naalddikte
3. Maat, soort en vezelgehalte van de
draad
Juiste spanning
Stel elke draadspanning op de aanbevolen
waarde in en probeer eerst een stukje uit op een
proeflapje van de stof.
Instelwiel voor draadspanning
Geel
Groen
4.0
4.0
Draadspanning corrigeren
Stel de draadspanning van de bovenste grijper-
draad (blauw) op een hogere waarde in.
Of stel de draadspanning van de onderste grij-
perdraad (rood) op een lagere waarde in.
Stel de draadspanning van de onderste grijper-
draad (rood) op een hogere waarde in.
Of stel de draadspanning van de bovenste grij-
perdraad (blauw) op een lagere waarde in.
Stel de draadspanning van de naalddraad (geel)
op een hogere waarde in.
Stel de draadspanning van de rechternaald
(groen) op een hogere waarde in.
Blauw
Rood
Paars
4.0
4.0
49