6.0 mm
4.0 mm
(15/64")
(10/64")
a
6.0 mm
4.0 mm
(15/64")
(10/64")
6.0 mm
4.0 mm
a
(15/64")
(10/64")
a
5 mm
3 mm
(1/8")
(13/64")
7 mm
5 mm
(17/64")
(3/16")
a
5 mm
3 mm
(1/8")
(13/64")
7 mm
5 mm
5 mm
3 mm
(17/64")
(3/16")
(1/8")
(13/64")
7 mm
5 mm
a
(17/64")
(3/16")
a
36
8.8 mm
(11/32")
c
b
8.8 mm
(11/32")
8.8 mm
c
b
(11/32")
c
b
7.8 mm
(5/16")
9.8 mm
(3/8")
c
b
7.8 mm
(5/16")
9.8 mm
7.8 mm
(3/8")
(5/16")
9.8 mm
c
b
(3/8")
c
b
STEEKLENGTE AANPASSEN
Steeklengte
–
De steeklengte moet meestal op "
–
Stel de steeklengte op • 2.5 – 4 in als u met een
zware stof werkt.
–
Stel voor rolzomen en rolnaden de steeklengte
tussen 1 en 2 in.
–
Gebruik een kortere steeklengte om rimpelen
van de naad te voorkomen.
–
Stel de steeklengte op 2 – 4 als u met een zeer
rekbare stof werkt.
NAADBREEDTE AANPASSEN
De overlocksnijbreedte wordt door het gebruik van de
linker- of rechternaald bepaald, en door het instellen
van de coupebreedte/messtand.
Naaldpositie
De overlocknaadbreedte kan door het wijzigen van de
naaldpositie worden aangepast.
(a)
Als de linkernaald wordt gebruikt
6 mm (15/64")
(b)
Als de rechternaald wordt gebruikt
4 mm (10/64")
(c)
Als de kettingsteeknaald wordt gebruikt
8,8 mm (11/32")
Wiel voor mespositie
Door de messtand/coupebreedte te verstellen kan ook
de snijbreedte worden gewijzigd.
(a)
Als de linkernaald wordt gebruikt
5-7 mm (15/64")
(b)
Als de rechternaald wordt gebruikt
3–5 mm (1/8"-3/16")
(c)
Als de kettingsteeknaald wordt gebruikt
7,8–9,8 mm (5/16"–3/8")
•
= 2.5" staan.