D raadloze temperatuursensor
‚
V ooraleer u de kooksensorfuncties de eerste keer
D r a a d l o z e t e m p e r a t u u r s e n s o r
gebruikt, de draadloze temperatuursensor met het
bedieningsveld verbinden.
Voorbereiding en verzorging van de
draadloze temperatuursensor
In deze paragraaf krijgt u de volgende informatie:
▯
Opplakken van de siliconenpatch
▯
Draadloze kooksensor aanbrengen
▯
Reiniging
▯
Batterij vervangen
U kunt de siliconenpatch en de kooksensor achteraf
aanschaffen in de vakhandel of via onze technische
servicedienst of officiële website. Geef hiervoor steeds
het juiste referentienummer op:
00577921
Set met 5 siliconenpatches
CA060300
Kooksensor en set met 5 siliconenpatches
Siliconenpatch opplakken
Met behulp van de siliconenpatch wordt de kooksensor
vastgemaakt aan het kookgerei.
Als u een pan voor het eerst gebruikt met de
kooksensorfuncties, moet de siliconenpatch direct op
deze pan worden aangebracht. Hiervoor:
1
De plaats waar de patch wordt opgeplakt dient vrij
van vet te zijn. De pan schoonmaken, goed drogen
en de plaats van de lijm inwrijven met bijv. spiritus.
2
De beschermfolie van de siliconenpatch nemen.
Met behulp van het meegeleverde sjabloon de
siliconenpatch op de juiste plaats aan de
buitenkant van de pan lijmen.
3
De siliconenpatch over het hele oppervlak
aandrukken, ook aan de binnenkant.
De lijm heeft een uur nodig om goed uit te harden. De
pan in deze tijd niet gebruiken of schoonmaken.
Draadloze temperatuursensor
Aanwijzingen
–
De pan met de siliconenpatch niet gedurende
langere tijd in het zeepsop laten liggen.
–
Mocht de siliconenpatch loslaten, dan moet er
nieuwe worden gebruikt.
Draadloze temperatuursensor aanbrengen
De temperatuursensor zo op de siliconenpatch
aanbrengen dat hij zich perfect aanpast.
Aanwijzingen
–
Zorg ervoor dat de siliconenpatch volledig droog is
voordat de temperatuursensor wordt aangebracht.
–
Plaats de pan op zo'n manier dat de
temperatuursensor naar de buitenzijde van de
kookplaat wijst.
–
De temperatuursensor mag niet op een andere hete
pan worden gericht, ter vookoming van
oververhitting.
–
Neem de temperatuursensor na het koken van de
pan. Bewaar hem op een schone, veilige plaats en
niet in de buurt van warmtebronnen.
–
U kunt maximaal drie temperatuursensoren
tegelijkertijd gebruiken.
nl
41