Apparaat bedienen
nl
A pparaat bedienen
1
I n dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone instelt.
A p p a r a a t b e d i e n e n
In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
m
Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het ventilatierooster wordt op de kookplaat heel snel
heet. Nooit het ventilatierooster op de kookplaat
plaatsen.Geen pannen op het ventilatierooster plaatsen
of andere hete voorwerpen op het ventilatierooster
leggen.
Aanwijzing: Schakel de ventilatie in zodra u begint met
koken en schakel hem pas enkele minuten na het koken
weer uit. Zo wordt de keukendamp het meest effectief
verwijderd.
Aanwijzing: Het apparaat nooit gebruiken zonder
reservoir, metalen vetfilter en ventilatierooster.
Kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt met de hoofdschakelaar in- en
uitgeschakeld.
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, wordt de instelling van het thuisnetwerk
opgevraagd. Op het display licht gedurende enkele
D
seconden het symbool
aansluitinstelling te starten, het symbool
de aanwijzingen in het hoofdstuk ~
opvolgen. Om de eerste instelling te verlaten, een
willekeurig symbool aanraken.
Inschakelen: de twist-knop op het instelgebied leggen.
#
Het symbool
aanraken. De symbolen die bij de
kookzones horen en de functies die op dit tijdstip ter
beschikking staan, zijn verlicht. Naast de kookzones
‹
is
. verlicht. De kookplaat is klaar voor gebruik.
Uitschakelen: het symbool
verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
–
Wanneer er geen verbinding met het thuisnetwerk
is gemaakt of de verbinding is onderbroken, wordt
tijdens het inschakelen van de kookplaat altijd de
eerste instelling van de netwerkverbinding
geactiveerd.
–
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones en de ventilatie langer dan 20 seconden
uitgeschakeld zijn.
16
zwak op. Om de
·
aanraken en
"Home Connect"
#
aanraken tot de indicatie
–
De gekozen instellingen blijven gedurende
5 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard.
Wordt de kookplaat binnen deze tijd weer
ingeschakeld, dan knipperen de vooraf ingestelde
kookstanden.Door binnen de volgende 5 seconden
op de twist-knop te tippen worden de instellingen
overgenomen.
Wanneer de twist-knop niet wordt aangetipt, of als
er een andere sensortoets wordt aangeraakt,
worden alle eerdere instellingen gewist.
Kookzone instellen
Met de twist-knop de gewenste kookstand instellen.
Kookstand 1 = laagste stand.
Kookstand 9 = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze wordt in de
kookzone-indicatie weergegeven met .5.
Aanwijzingen
–
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
–
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1
De kookzone kiezen. Hiervoor de twist-knop bij de
gewenste kookzone aanraken.
2
Binnen de volgende 10 seconden aan de twist-knop
draaien tot de gewenste kookstand in het display
oplicht.
De kookstand is ingesteld.