Automatische functies
nl
▯
Koken in de snelkookpan: de aanbevelingen van de
fabrikant in acht nemen. Na het geluidssignaal
gedurende de aanbevolen tijd verder koken. 115 °C
instellen.
▯
Frituren met veel olie in de pan: de olie verwarmen
met gesloten deksel. De deksel na het
geluidssignaal afnemen en het voedsel toevoegen.
175 °C instellen.
Aanwijzingen
–
Zorg ervoor dat de siliconenpatch volledig droog is
voordat u met koken begint.
–
Houd tijdens het koken altijd de deksel op de pan.
Uitzondering: "Frituren met veel olie in de pan",
temperatuur 170 °C.
–
Klinkt er geen signaal, ga dan na of er een deksel
op de pan ligt.
–
Olie nooit warm maken wanneer er geen toezicht is.
Gebruik alleen olie of vet die geschikt zijn om te
frituren. Gebruik geen mengsel van verschillende
frituurvetten, zoals olie en reuzel. Mengsels van
heet vet kunnen gaan schuimen.
–
Bent u, bijv. na het koken van aardappels, niet
tevreden met het resultaat, gebruik de volgende
keer dan meer water maar houdt dezelfde
temperatuur aan.
Kookpunt instellen
Het punt waarop het water begint te koken hangt af van
hoe hoog uw woonplaats zich boven zeeniveau bevindt.
Kookt het water te hard of te zacht, dan kan het
kookpunt worden ingesteld. Hierbij gaat u als volgt te
werk:
Zie het hoofdstuk ~
▯
op pagina 44
voor de keuze van de
™†
basisinstelling
.
▯
De basisinstelling is standaard ingesteld op 3. Ligt
uw woonplaats op een hoogte tussen de 200 en
400 m boven zeeniveau, dan hoeft het kookpunt niet
te worden ingesteld. Kies anders de instelling die in
de volgende tabel voor de betreffende hoogte
vermeld staat:
Hoogte
0 - 100 m.
100 - 200 m.
200 - 400 m.
400 - 600 m.
600 - 800 m.
800 - 1000 m.
1000 - 1200 m.
1200 - 1400 m.
Boven 1400 m.
* Basisinstelling
32
"Basisinstellingen"
™†
Instelwaarde
‚
ƒ
„
*
...
†
‡
ˆ
‰
Š
Aanwijzing: De temperatuurstand 100 ºC is voldoende
om efficiënt te koken, als het water hierbij tenminste
niet te erg borrelt.Bent u echter niet tevreden met het
kookresultaat, dan kunt u de instelling van het kookpunt
veranderen.
De draadloze temperatuursensor verbinden met het
bedieningspaneel
Voordat u voor het eerst gebruikmaakt van de
kooksensor-functie, moet er verbinding tussen de
draadloze temperatuursensor en het bedieningspaneel
zijn gemaakt.
Om de draadloze temperatuursensor met het
bedieningspaneel te verbinden, gaat u als volgt te werk:
Zie het hoofdstuk ~
1
op pagina 44
voor het opvragen van de
™†
basisinstelling
.
¨
Het symbool
is wit verlicht.
¨
2
Op het symbool
¨
het symbool
is oranje verlicht. De kookzone-
indicaties zijn wit verlicht en de
kooksensorindicaties aan de kookzones knipperen.
Binnen 30 seconden kort op het symbool
draadloze temperatuursensor drukken.
3
Registratie geslaagd: binnen enkele
seconden wordt de draadloze temperatuursensor
herkend. Er klinken drie korte pieptonen en het
¨
symbool
verandert van oranje in wit. De
kooksensor-indicaties van de kookzones
verdwijnen.
Registratie mislukt: er zijn vijf pieptonen te horen.
¨
Het symbool
verandert direct van oranje in wit en
de kooksensor-indicaties verdwijnen van de
kookzones.
▯
Zodra de temperatuursensor foutloos verbonden is
met het bedieningspaneel is de kooksensor-functie
beschikbaar.
▯
Een niet-correcte verbinding als gevolg van een
storing van de temperatuursensor kan zich
voordoen vanwege de volgende redenen:
– Bluetooth-communicatiefout.
¨
– Het symbool
ingedrukt binnen 30 seconden nadat de
kookzone is gekozen.
– De batterij van de temperatuursensor is leeg.
De draadloze temperatuursensor resetten en de
verbindingsprocedure opnieuw uitvoeren.
▯
Bij een niet-correcte verbinding vanwege een
overdrachtsfout de verbindingsprocedure opnieuw
uitvoeren.
Komt er geen verbinding tot stand, neem dan
contact op met de servicedienst.
"Basisinstellingen"
drukken. Er klinkt een signaal,
¨
op de temperatuursensor is niet
van de