Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stuurautomaat Instellingen - Simrad NSS evo3S Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor NSS evo3S:
Inhoudsopgave

Advertenties

34
verkeerde transducer wordt de temperatuur helemaal niet weergegeven.
Temperatuursensoren hebben een impedantie van 5k of 10k. Wanneer beide opties worden
gegeven voor hetzelfde model transducer, raadpleeg dan de documentatie van de
transducer om de impedantie vast te stellen.
Herstellen van standaardinstellingen van de echosounder
Zet de instellingen van de echosounder terug naar de standaardinstellingen van de fabriek.
ForwardScan installatie
Beschikbaar wanneer een ForwardScan transducer is aangesloten.
Raadpleeg de bedieningshandleiding voor meer informatie over de installatie.

Stuurautomaat instellingen

Het instellingsvenster Stuurautomaat is afhankelijk van welke stuurautomaatcomputer op
het systeem is aangesloten. Als er meer dan één stuurautomaat is aangesloten, toont het
instellingsvenster Stuurautomaat de opties voor de actieve stuurautomaat.
De stuurautomaatinstellingen kunnen worden gesplitst in instellingen die door de gebruiker
kunnen worden aangepast en instellingen die tijdens de installatie en inbedrijfstelling van
het stuurautomaatsysteem worden opgegeven.
Gebruikersinstellingen kunnen worden gewijzigd voor verschillende
gebruiksomstandigheden en gebruikersvoorkeuren.
Installatie-instellingen worden opgegeven tijdens de inbedrijfstelling van het
stuurautomaatsysteem. Deze instellingen mogen niet meer worden gewijzigd.
In de volgende gedeelten worden de installatie-instellingen per stuurautomaatcomputer
beschreven. Raadpleeg de bedieningshandleiding voor gebruikersinstellingen.
NAC 1-specifieke installatie-instellingen
Inbedrijfstelling
Deze functie wordt gebruikt om de stuurinrichting van uw boot (kabelstuurinrichting of
hydraulisch stuursysteem) te kalibreren met de NAC-1.
Ú Notitie:
De stuurautomaat moet in bedrijf worden gesteld voor eerste gebruik en elke
keer nadat de stuurautomaat is teruggezet op de standaardinstellingen.
Kabelstuurinrichting kalibreren
Ú Notitie:
De roerbron moet worden ingesteld op roerstandterugmelder om deze
kalibratie te kunnen uitvoeren
Start het kalibratieproces door de kalibratieoptie roerstandterugmelder te selecteren en volg
de instructies op het scherm.
Ú Notitie:
De motor dient tijdens het kalibreren visueel te worden gecentreerd, als in het
dialoogvenster de waarde 0 wordt weergegeven. Als dit niet het geval is, centreert u de
motor visueel voordat u op OK drukt om de fysieke positie uit te lijnen met de waarde in
het dialoogvenster.
Wanneer het kalibratieproces is voltooid, selecteert u de roertestoptie om de kalibratie te
bevestigen.
Als de kalibratie de roertest niet doorstaat, doet u het volgende:
controleer of de motor beweegt.
controleer of de roerstandterugmelding meebeweegt in de draairichting van de motor
controleer de NAC-1 aandrijfkabel.
Systeem instellen
| NSS evo3S Installatiehandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave