4
Systeem instellen
De unit in- en uitschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.
Houd de Aan/uit-knop ingedrukt om de unit uit te schakelen
Als de knop wordt losgelaten voordat de apparatuur is uitgeschakeld, wordt de uitschakeling
geannuleerd.
U kunt de unit ook uitschakelen in het dialoogvenster Systeem regelingen.
Ú Notitie:
Als de unit wordt gevoed via de voedingskabel, vindt u onder voedingskabels
meer informatie over het in- en uitschakelen van de unit.
Voor de eerste keer opstarten
Wanneer de unit de eerste keer wordt opgestart, of na het resetten, worden er verschillende
dialoogvensters op de unit weergegeven. Volg de aanwijzingen in de dialoogvensters om de
basisinstellingen in te voeren.
In het dialoogvenster Systeem regelingen kunt u verdere instellingen invoeren en
instellingen later wijzigen.
Volgorde voor instellen van systeem
1
Algemene instellingen - zie "Systeeminstellingen" op pagina 26.
•
Kies de gewenste algemene instellingen.
•
Configureer de voeding.
2
Geavanceerde instellingen - zie "Geavanceerd" op pagina 27.
•
Schakel functies in- of uit.
•
Bekijk de verschillende geavanceerde instellingen en breng de gewenste
wijzigingen aan.
3
Bronselectie - zie "Netwerkinstellingen" op pagina 37.
•
Zorg dat de juiste externe gegevensbronnen zijn geselecteerd.
4
Functies instellen
•
Configureer bepaalde functies, zoals verderop in dit hoofdstuk wordt
beschreven.
Dialoogvenster Instellingen
Het systeem wordt ingesteld in het dialoogvenster met instellingen.
Systeem instellen
| NSS evo3S Installatiehandleiding
25