3
Bedrading
Connectoren
Verschillende modellen hebben verschillende connectoren. Voor beschikbare connectoren
en de connectorlay-out zie "Connectoren" op pagina 10.
Richtlijnen voor de bekabeling
Doe dit niet:
•
Maak geen scherpe knikken in de kabels.
•
Zorg er bij de plaatsing van de kabels voor dat er geen water in de connectors kan lopen.
•
Plaats de kabels niet direct naast de radar, de zender of naast grote of
hoogspanningskabels en kabels met een hoog frequentiesignaal.
•
Plaats de kabels niet op plekken waar deze mechanische systemen hinderen.
•
Leg geen kabels over scherpe of puntige randen.
Doe dit wel:
•
Maak druipwater- en servicelussen.
•
Gebruik kabelbinders bij alle kabels om ze veilig op hun plaats te houden.
•
Soldeer/krimp en isoleer alle bedradingsaansluitingen die de kabels verlengen of
verkorten. Uitstekende kabels moeten worden voorzien van een passende
krimpconnector of dicht worden gesoldeerd of gesmolten. Verbind kabels op een zo
hoog mogelijke plek om de kans op onderdompeling te minimaliseren.
•
Laat ruimte vrij rondom connectors om het plaatsen en verwijderen van kabels
gemakkelijker te maken.
Waarschuwing:
Schakel de stroom uit voor u met de installatie begint. Als
de stroom ingeschakeld blijft tijdens de installatie bestaat het risico van
brand, elektrische schokken of andere ernstige verwondingen. Zorg dat het
voltage van de stroomvoorziening compatibel is met dat van de unit.
Waarschuwing:
De positieve voedingsdraad (rood) moet altijd met (+) DC
worden verbonden met een zekering of een stroomonderbreker (die zo
dicht mogelijk bij de stroomsterkte van de zekering komt).
Voeding
De voedingsconnector dient voor voeding, voedingsregeling en output van het externe
alarm.
Details voedingsconnector
Pen
Doel
1
DC negatief
2
Extern alarm
3
Voedingsregeling
4
+12/24 V DC
Bedrading
| NSS evo3S Installatiehandleiding
1
4
2
3
Uitgang (mannelijk)
15