Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie; Ontvangst; Transport; Installatielocatie - Carrier AquaForce 61CW-Z Installatie-, Bedienings- En Onderhoudsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

4 - INSTALLATIE

4.1 - Ontvangst

De  warmtepomp  wordt  geleverd  in  de  verpakking  zoals 
gespecificeerd bij de bestelling.
Standaard  is  de  warmtepomp  gemonteerd  op  een  pallet  en 
beschermd  tegen  lichte  regen  en  opspattend  water  een 
beschermfolie.
Elk industriële warmtepomp verlaat onze fabriek in een storingsvrije 
en volledig werkende conditie en is geladen met koudemiddel en 
gevuld  met  machineolie.  Bij  levering  van  het  systeem  moet  de 
klant deze controleren op schade, volledigheid en overeenstemming 
met de bestelling, en waarborgen, dat de gegevens op de typeplaat 
correct  zijn.  De  typeplaat  bevindt  zich  op  de  zijkant  van  de 
schakelkast van de warmtepomp.
De  expediteur  moet  onmiddellijk  worden  geïnformeerd  van  de 
eventuele  schade,  die  ook  moet  worden  aangegeven  op  de 
pakbon. De klant wordt geadviseerd een rapport te maken van de 
opgetreden  schade,  indien  mogelijk  met  fotografische 
bewijsvoering, en contact op te nemen met CARRIER.
Zie  voor  meer  informatie  onze  algemene  verkoop-  en 
leveringsvoorwaarden.
Meld elke transportschade direct na ontvangst.

4.2 - Transport

GEVAAR! De warmtepomp mag alleen worden opgetild aan
de daarvoor bedoelde punten. Een hefschema is opgenomen
in de bijlage (hoofdstuk 10).
LET OP! De warmtepomp mag alleen worden opgeheven en
vervoert door gekwalificeerd personeel. Controleer voor het
verplaatsen van de warmtepomp de afmetingen en het
gewicht daarvan, zodat een passend hefsysteem kan worden
gekozen.
LET OP! Vermijd stoten zo veel mogelijk om de warmtepomp
niet te beschadigen. Waarborg voor het installeren van de
warmtepomp, dat de vrije ruimtes in het gebouw langs de
transportroute groot genoeg zijn voor de warmtepomp en er
geen hinderlijke objecten aanwezig zijn.
LET OP! De warmtepomp moet bij het transport in de
verpakking blijven tot het moment van de installatie of
tussentijdse opslag en moet worden opgeslagen in een droge,
vorstvrije ruimte en beschermd tegen mechanische schade.
Over korte afstanden mag het geborgde toestel voorzichtig
worden getransporteerd onder een hoek van maximaal 30°.
Wanneer voor het transport grotere kantelhoeken nodig zijn,
neem dan vooraf contact op met CARRIER. Gedurende opslag
en transport is een omgevingstemperatuur van -15 °C tot +50
°C toegestaan.
LET OP! De standaard verpakking biedt geen bescherming
tegen weersinvloeden of zeewater.
Transportschade kan alleen worden geaccepteerd wanneer
deze direct aan de expediteur wordt gemeld na het lossen.
LET OP! Wanneer de warmtepomp op een later tijdstip weer
wordt getransporteerd, moet deze worden beschermd door
een passende transportverpakking.
8

4.3 - Installatielocatie

De eisen een de installatielocatie zijn opgenomen in de Europese 
Norm  EN378  (bijvoorbeeld  deel  3  hoofdstuk  5)  en  zijn  de 
verantwoordelijkheid  van  de  gebruiker  van  de  installatie.  De 
ruimteluchttemperatuur in de installatieruimte van de warmtepomp 
mag  niet  hoger  worden  dan  30  °C.  Het  toestel  moet  worden 
geïnstalleerd op een vlak, horizontaal oppervlak. De warmtepomp 
moet waterpas worden  geïnstalleerd.  Kies  een locatie voor  het 
toestel  waar  het  gemakkelijk  kan  worden  bediend  en  waar  het 
voor personeel van de CARRIER-klantenservice goed toegankelijk 
is.  De  benodigde  minimale  afstanden  rondom  de  warmtepomp 
zijn gespecificeerd in de layout-tekening in de bijlage (hoofdstuk 
10). 
LET OP! Kabels en leidingwerk van de warmtepomp mogen
nooit worden blootgesteld aan externe krachten.
De  standaard  levering  omvat  rubber-metalen  trillingsdempers, 
waarop  de  warmtepomp  moet  worden  gemonteerd.  Zet  de 
warmtepomp op deze trillingsdempers vast met schroeven. 
De warmtepomp/rubber-metalen trillingsdempers moeten worden 
vastgeschroefd op de vloer.
De warmtepomp moet zodanig op de vloer worden gemonteerd 
dat  geen  trillingen  worden  overgedragen  aan  het  gebouw. 
Galmende  (geluidsweerkaatsende)  ruimten  kunnen  de 
waargenomen  geluidssterkte  verhogen.  Houd  bij  de  installatie 
rekening met de mogelijkheid tot overdracht van trillingen/geluid 
naar naastgelegen ruimten.
Geluidsontwikkeling  kan  variëren  wanneer  bedrijfscondities  en 
vermogens veranderen. Geluidsemissies kunnen ook proportioneel 
toenemen met de grootte en het vermogen van de warmtepomp.
Controleer  of  ventilatie  van  de  machineruimte  nodig  is,  bijv. 
conform EN 378 en/of geldende koelsysteemverordeningen, en 
installeer  ventilatie  indien  nodig.  Houd  de  veiligheids-  en 
milieuvoorschriften aan (zie bijvoorbeeld EN 378). 

4.4 - Voorbereiding

Installeer  de  warmtepomp  pas,  wanneer  alle  las-  en 
s o l d e e r w e r k z a a m h e d e n   z i j n   u i t g e v o e r d ,   a l l e 
schroefdraadkoppelingen zijn aangebracht en, indien nodig, het 
leidingwerk  is  gespoeld.  Vervuiling  kan  de  warmtewisselaars 
beschadigen.

4.5 - Aansluiting verwarming (WNA)

De installateur is verantwoordelijk voor de dimensionering en de 
installatie  van  het  warmteafnamesysteem  binnen  de  richtlijnen 
van CARRIER.
De  installateur  moet  alle  componenten  die  nodig  zijn  voor  het 
hydraulisch  circuit  dimensioneren  en  installeren  (bijv. 
overstortventiel, expansievat, ontluchtingsventiel, enz.). 
WAARSCHUWING! De maximale drukgrenswaarde en de
m a x i m a a l
t o e g e s t a n e
warmtepompcondensor zoals gespecificeerd in de
machinespecificaties (zie bijlage) mogen nooit worden
overschreden. Dit geldt altijd, onafhankelijk of de warmtepomp
in bedrijf is of niet.
Installeer  om  dit  te  waarborgen  overstortventielen  in  het 
leidingwerk  en  voer  regelmatig  onderhoud/service  hiervoor  uit. 
Waarborg dat er geen afsluiters aanwezig zijn in het leidingwerk 
tussen warmtepomp en de overstortventielen.
t e m p e r a t u u r
v a n
d e

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave