Opbouw en werking
5.4.1
Cardanas aankoppelen
5.4.2
Cardanas loskoppelen
1. Schakel de aftakas uit.
2. Plaats de machine op de grond.
3. Beveilig de tractor en de machine tegen
onbedoeld starten en wegrollen.
4. Trek de aandrijfas los van de aftakas van
de tractor.
5. Plaats de aandrijfas in de hiervoor bedoelde
houder (Afb. 23/1).
42
1. Reinig en smeer de aftakas van de tractor en de ingaande as
van de aandrijving van de machine.
2. Verbind de tractor met de machine.
3. Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen.
4. Controleer of de aftakas is uitgeschakeld.
5. Verbind de aandrijfas met de aftakas van de tractor.Volg bij het
aankoppelen van de aandrijfas de aanwijzingen van de
aandrijfas-fabrikant op en houd rekening met het toelaatbare
aandrijftoerental van de machine.
Het tractorsymbool op de beschermpijp van de aandrijfas geeft
aan dat deze zijde van de aandrijfas op de tractor moet worden
aangesloten.
6. Zet de cardanasbeveiliging vast met de ketting(en) om
meedraaien te voorkomen.
6.1 Bevestig de ketting(en) indien mogelijk haaks op de
cardanas.
6.2 Bevestig de ketting(en) zodanig, dat de cardanas in alle
bedrijfsstanden voldoende zwenkruimte heeft. Kettingen
mogen niet blijven hangen aan onderdelen van de tractor
of de machine.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbrandingen bij hete onderdelen van de
aandrijfas!
Hierdoor kunnen lichte tot zware verwondingen aan de handen
ontstaan.
Raak geen sterk opgewarmde onderdelen van de cardanas aan (met
name geen koppelingen).
Leg de afgekoppelde aandrijfas in de hiervoor bedoelde houder!
Zo wordt de cardanas beschermd tegen beschadiging en
verontreiniging.
Gebruik nooit de ketting van de cardanas om de afgekoppelde
cardanas op te hangen.
Reinig en smeer de aandrijfas voordat deze lange tijd stilstaat.
Afb. 23
ZA-X BAG0235.4 01.23