5
Werking meter
5.14 Diodemetingen
Voer geen diodemetingen uit voordat u de stroom naar de te testen diode hebt afgesloten.
Anders kan persoonlijk letsel optreden.
Figuur 5.7 Basisopstelling voor diodemetingen (zie voorbeelden Test 1 en Test 2)
1. Zet de functieschakelaar in de modus Diode
2. Indien nodig drukt u kort op de MODE-knop om de diodefunctie te
selecteren.
3. Steek de zwarte testkabel in de negatieve aansluiting (COM) en de rode
testkabel in de positieve aansluiting.
4. Neem twee diodemetingen, één in de doorlaatrichting en één in de sper-
richting. U doet dit door de meetpennen van de testkabels eerst parallel
aan het te testen onderdeel in de ene richting te plaatsen en vervolgens
een tweede meting in de richting van de omgekeerde polariteit te
verrichten.
#NAS100017; r. AB/76074/76087; nl-NL
WAARSCHUWING
.
20