4.4 Pictogrammen en indicatoren op het display 4.4.1 Waarschuwing Buiten bereik 5 BEDIENING 15 5.1 Meter inschakelen 5.1.1 Automatische uitschakeling 5.2 Modus Auto/Manual select (automatische/handmatige selectie) 5.3 Modus Auto/Manual range (automatische/handmatige bereikinstelling) 5.4 Modus Hold (vasthouden) 5.4.1 Smart Hold 5.5 Modus Silent (stil) 5.6 Spannings‐ en stroommetingen 5.6.1 Basis‐spanningsmetingen 5.6.2 Basis‐stroommetingen 5.6.3 Uitgebreide functionaliteit 18 5.6.3.1 Modus selecteren 18 5.6.3.2 Piekmodus 18 5.6.3.3 Modus In‐rush current (inschakelstroom) 19 5.6.3.4 Modus DC Zero FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 3
5.10 Capaciteitsmetingen 5.11 Doorgangstest 5.12 Diodetest 5.13 Streamen van meetgegevens met Bluetooth® 5.13.1 Algemeen 5.13.2 Procedure 28 5.13.3 Procedure voor FLIR TOOLS app 28 6 ONDERHOUD 29 6.1 Reiniging en opslag 6.2 Batterijen vervangen 6.2.1 Afdanken van elektronisch afval 7 TECHNISCHE SPECIFICATIES 30 7.1 Algemene specificaties 7.2 Elektrische specificaties 8 TECHNISCHE ONDERSTEUNING 36 9 TAKUUT 37 9.1 FLIR Wereldwijde beperkte levenslange garantie 36 9.2 FLIR Beperkte garantie van 2 jaar op test‐ en meetinstrumenten 37 FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
De documentatie mag geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd, gefotokopieerd, gereproduceerd, vertaald of verzonden naar een elektronisch medium of een door een machine leesbare vorm zonder schriftelijke toestemming vooraf van FLIR Systems. Namen en merken die voorkomen op de producten in deze publicatie zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van FLIR Systems en/of zijn dochterondernemingen. Alle andere handelsmerken, handelsnamen of bedrijfsnamen waarnaar in deze publicatie wordt verwezen worden uitsluitend gebruikt ter identificatie en zijn het eigendom van de respectieve eigenaars. 1.2 Kwaliteitsbewaking Het systeem voor kwaliteitsbeheer waarbinnen deze producten zijn ontwikkeld en geproduceerd is gecertificeerd volgens de ISO 9001‐norm. FLIR Systems is voortdurend bezig met nieuwe ontwikkelingen; daarom behouden wij ons het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in alle producten. 1.3 Updates documentatie Onze handleidingen worden meerdere keren per jaar bijgewerkt en we geven ook regelmatig berichten over essentiële wijzigingen ten aanzien van het product uit. Voor de nieuwste handleidingen en berichten gaat u naar het tabblad Download op: http://support.flir.com Online registreren duurt slechts enkele minuten. In het downloadgebied vindt u ook de nieuwste uitgaven van handleidingen voor onze overige producten en handleidingen voor onze historische en verouderde producten. 1.4 Afdanken van elektronischafval Net als de meeste andere elektronische producten moet deze apparatuur worden afgedankt op een milieuvriendelijke wijze en conform de geldende regelgeving voor elektronisch afval. Neem voor nadere informatie contact op met uw FLIR Systems‐vertegenwoordiger. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Schakel niet over op stroom of weerstand wanneer u de spanning meet. Hierdoor kan het instrument beschadigd raken en kan letsel het gevolg zijn. Meet de stroom niet in een stroomkring wanneer de spanning hoger wordt dan 1000 V. Anders kan het instrument beschadigd raken en kan letsel het gevolg zijn. U dient de meetsnoeren van de door u geteste stroomkring los te koppelen voordat u van bereik verandert. Doet u dit niet, dan kan het instrument beschadigd raken en kan letsel het gevolg zijn. Vervang de batterijen niet voordat u de meetsnoeren hebt verwijderd. Anderskan het instrument beschadigd raken en kan letsel het gevolg zijn. Gebruik het apparaat niet als de meetsnoeren en/of het apparaat tekenen van beschadiging vertonen. Er bestaat dan letselgevaar. Wees voorzichtig wanneer u meet terwijl de spanningen meer dan 25 VAC rms of 35 VDC bedragen. Er bestaat gevaar van een elektrische schok door deze spanningen. Letselgevaar. Voer geen diode‐, weerstands‐ of doorgangstests uit voordat u de condensatoren en het te testen apparaat spanningsloos hebt gemaakt. Anders bestaat er letselgevaar. Gebruik het apparaat niet als enig middel om aansluitingen onder spanning te detecteren. Letsel aan personen kan optreden wanneer de aansluitingen onder spanning op een verkeerde manier worden gedetecteerd. Als u de spanning op contactdozen meet, zorg dat de uiteinden van de meetkabels de metalen contacten die zich over het algemeen diep in de contactdoos bevinden raken om letsel aan personen te vermijden. Raak batterijen waarvan de uiterste gebruiksdatum is verstreken of die beschadigd zijn niet zonder handschoenen aan. Er bestaat dan letselgevaar. Sluit de batterijen niet kort. Hierdoor kan het instrument beschadigd raken en kan letsel het gevolg zijn. Werp de batterijen niet in het vuur. Er bestaat dan letselgevaar. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 6
Voorzichtig Gebruik het apparaat niet voor een procedure waarvoor het niet is bedoeld. Dit kan de bescherming schaden. Dit symbool, naast een ander symbool of een aansluiting, geeft aan dat de gebruiker de handleiding dient te raadplegen voor nadere informatie. Dit symbool, naast een aansluiting, geeft aan dat er, bij normaal gebruik, gevaarlijk spanningen aanwezig kunnen zijn. Dubbele isolatie. UL Listing (USA compliance‐Listing) is geen indicatie of verificatie van de nauwkeurigheid van de meter FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
2.1 FCC‐naleving Dit apparaat voldoet aan paragraaf 15 van de FCC‐regelgeving. Voor de bediening ervan gelden de volgende twee voorwaarden: 1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken. 2. Dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, ook interferentie die ongewenst functioneren kan veroorzaken. Deze apparatuur is getest en valt binnen de grenzen voor digitale apparaten van klasse B conform paragraaf 15 van de FCC‐regelgeving. Deze grenzen zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie‐ energie en kan deze uitstralen. Als deze apparatuur niet wordt geïnstalleerd en gebruikt conform de instructies kan er schadelijke interferentie van radiocommunicatie optreden. Er wordt echter niet gegarandeerd dat er bij bepaalde installaties geen interferentie optreedt. Als deze apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio of tv (dit kan worden bepaald door de apparatuur in en uit te schakelen), raden wij gebruikers aan om te proberen de interferentie te corrigeren met een of meerdere van de volgende maatregelen: • Verander de richting of de plaats van de ontvangstantenne • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger • Sluit de apparatuur aan op een uitgang in een andere kring dan die waarop de ontvanger is aangesloten • Vraag de dealer of een ervaren radio‐/tv‐monteur om hulp VOORZICHTIG Blootstelling aan radiostraling Om aan de FCC/IC‐normen voor blootstelling aan radiostraling te voldoen, dient een scheidingsafstand van ten minste 20 cm te worden gehandhaafd tussen de antenne van dit apparaat en alle personen. Dit apparaat mag niet worden verplaatst of in werking gesteld in combinatie met een andere antenne of zender. WAARSCHUWING Bij wijzigingen of aanpassingen zonder uitdrukkelijke toestemming van de instanties die verantwoordelijk zijn voor de naleving vervalt de bevoegdheid van de gebruiker om met de apparatuur te werken. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
2.2 Industry Canada‐naleving Dit apparaat voldoet aan de licence‐exempt RSS‐norm(en) van Industry Canada. Voor de bediening ervan gelden de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventuele interferentie van andere bronnen accepteren, ook interferentie die ongewenst functioneren van het apparaat kan veroorzaken. VOORZICHTIG Blootstelling aan radiostraling Om aan de RSS 102‐normen voor blootstelling aan radiostraling voor mobiele configuraties te voldoen, dient een scheidingsafstand van ten minste 20 cm te worden gehandhaafd tussen de antenne van dit apparaat en alle personen. Dit apparaat mag niet worden verplaatst of in werking gesteld in combinatie met een andere antenne of zender. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
3 Inleiding Hartelijk dank dat u voor een FLIR CM85 stroomtang hebt gekozen. Dit apparaat wordt volledig getest en gekalibreerd geleverd en zal, bij juist gebruik, jarenlang betrouwbaar werken. 3.1 Belangrijkste kenmerken en functies • 10.000–counts digitaal display. • Groot display. • Analoog staafdiagram. • True RMS‐aflezing in AC‐ en AC+DC‐modus. • Bluetooth® datastreaming • Werklampje. • Functie en selectie Auto AC/DC 1000 A. • Functie en selectie Auto AC/DC 1000 V. • Selectie Auto weerstand/doorgang/diode. • Vermogens‐ en arbeidsfactormeting. • Totale harmonische vervorming en harmonischen 1 t/m 25. • Faserotatie‐indicatie. • Functie voor weerstand van 100 kΩ. • Contactloze spanningzoeker. • Frequentiemeting. • Functie voor capaciteit. • Smart Data Hold. • Peak Hold‐functie. • Inschakelstroom. • DCA geen functie. • Modi Minimum/maximum en Average Hold (gemiddelde vasthouden). • VFD‐modus – laagdoorlatfilter. • Automatisch uitschakelen. • Bek‐opening 37 mm voor geleiders tot 1500 MCM. • Valbestendig tot 1,2 m. • Handig klepje van het batterijvak. • Classificatie veiligheidscategorie: CAT IV‐600V, CAT III‐1000V. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
toets MODE. De meter kan via de sonde‐ingangen en de bek het vermogen meten. De meter kan via de bek de stroom meten. De meter kan via de sonde‐ingangen de spanning meten. De meter staat in de spaarstand. 4.3 Functietoetsen • Gebruik de toets om de modus Auto select (automatische selectie) of Manual select (handmatige selectie) te selecteren, zie paragraaf 5.2 Modus Auto/Manual select (automatische/handmatige selectie). • Druk in de modus voor handmatige selectie op de toets om de bedrijfsmodus te selecteren. • Gebruik de toets om de modus Auto range (automatische bereikinstelling) of Manual range (handmatige bereikinstelling) te selecteren, zie paragraaf 5.3 Modus Auto/Manual range(automatische/handmatige bereikinstelling). • Druk in de modus voor handmatige bereikinstelling op de toets om het bereik (de schaal) te veranderen. Druk op de toets om om te schakelen tussen de normale en de vasthoudmodus, zie paragraaf 5.4 Modus Hold (vasthouden). Door de toets 2 seconden ingedrukt te houden, wordt de toetsvergrendelingsmodus in‐ of uitgeschakeld. In de vasthoudmodus (Hold) piept de meter continu en knippert het display als het gemeten signaal groter is dan de aflezing op het display (voor de V.A.W.‐ functie). • Druk op de toets om de achtergrondverlichting van het display in of uit te schakelen. • Houd de toets 2 seconden ingedrukt om het werklampje in of uit te schakelen. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Druk op de toets om de METERLiNK® (Bluetooth®)‐communicatie in of uit te schakelen, zie paragraaf 5.13 Streamen van meetgegevensmet Bluetooth. 4.4 Pictogrammen en indicatoren op het display Geeft aan dat de METERLiNK® (Bluetooth)‐communicatie actief is. Geeft aan dat de meter in de modus Auto select (automatische selectie) staat, zie paragraaf 5.2 Modus Auto/Manual select (automatische/handmatige selectie). Geeft aan dat de meter maximale afleeswaarden weergeeft. Geeft aan dat de meter minimale afleeswaarden weergeeft. Geeft aan dat de meter de gemiddelde aflezing weergeeft. Geeft aan dat de meter maximale piekwaarden weergeeft. Geeft aan dat de meter minimale piekwaarden weergeeft. Geeft aan dat de meter in de modus Auto range (automatische FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 13
Geeft aan dat de meter in de modus Phase rotation (faserotatie) staat. Geeft aan dat de meter in de vasthoudmodus staat. Geeft de spanning van de batterijen aan. Geeft aan dat de automatische uitschakelfunctie is ingeschakeld. Geeft aan dat de gemeten spanning hoger is dan 30 V DC of AC RMS. Geeft aan dat de meter wisselstroom of ‐spanning meet. Geeft aan dat de meter gelijkstroom of ‐spanning meet. Geeft aan dat de meter wissel‐ plus gelijkstroom of –spanning meet. Geeft aan dat de doorgangsfunctie actief is. Geeft aan dat de diodetestfunctie actief is. Pictogram van modus VFD (variable‐frequency drive, frequentiegeregelde aandrijving). Pictogram van de modus Peak (piekwaarden). Pictogram van de modus Min/Max/Avg (minimum‐, maximum‐ en gemiddelde waarden). Pictogram van de modus DC Zero (op nul stellen). Pictogram van de modus Harmonic Distortion (harmonische vervorming). Pictogram van de modus In‐rush current (inschakelstroom). Pictogram van de modus Frequency (frequentie). Pictogram van de modus Silent (stil). FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pictogram van modus Lock (vergrendelingsmodus). 4.4.1 Waarschuwing Buiten bereik Als het ingangssignaal buiten het meetbereik ligt, wordt OL weergegeven. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Wanneer de meter niet wordt gebruikt, dient de functieschakelaar in de stand te staan. OPM. Bij het aansluiten van de meetsnoeren op het te testen apparaat, dient het min‐snoer eerder te worden aangesloten dan het plus‐snoer. Bij het verwijderen van de meetsnoeren dient het plus‐ snoer eerder te worden verwijderd dan het min‐snoer. 5.1 Meter inschakelen 1. Zet de functieschakelaar in een willekeurige stand om de meter in te schakelen. 2. Als de batterij‐indicator aangeeft dat de batterijspanning laag is of als de meter niet wordt ingeschakeld, vervang dan de batterij. Zie paragraaf 6.2 Batterijen vervangen. 5.1.1 Automatische uitschakeling Nadat de meter 30 minuten niet is gebruikt, schakelt hij over naar de sluimermodus. De meter piept driemaal 9 seconden voordat hij wordt uitgeschakeld. Druk op een willekeurige toets of draai aan de functieschakelaar om te voorkomen dat de meter wordt uitgeschakeld. De time‐ out voor automatische uitschakeling wordt dan gereset. Om de automatische uitschakelfunctie (APO) te deactiveren, drukt u op de toets MODE terwijl u de meter inschakelt. 5.2 Modus Auto/Manual select (automatische/handmatige selectie) In de modus voor automatische selectie probeert de meter automatisch op basis van het ingangssignaal de juiste bedrijfsmodus te selecteren (bijv. wisselspannings‐ of gelijkspanningsmeting). In de modus voor handmatige selectie wordt de gewenste bedrijfsmodus handmatig geselecteerd. De modus voor automatische selectie is de standaard bedrijfsmodus. Als er met de functieschakelaar een nieuwe functie wordt geselecteerd, is de beginmodus Auto select en wordt de indicator weergegeven. Om de modus voor handmatige selectie te activeren, drukt u op de toets MODE. Om handmatig de bedrijfsmodus te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets MODE. Om de modus voor automatische selectie te selecteren, houdt u de toets MODE ingedrukt totdat de indicator wordt weergegeven. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
De modus voor automatische bereikinstelling is de standaard bedrijfsmodus. Als er met de functieschakelaar een nieuwe functie wordt geselecteerd, is de beginmodus Auto range en wordt de indicator weergegeven. Om over te schakelen naar de handmatige bereikinstelling, drukt u op de toets RANGE. Om het bereik te veranderen, drukt u herhaaldelijk op de toets RANGE totdat het gewenste bereik wordt weergegeven. Om de automatische bereikinstelling te selecteren, houdt u de toets RANGE ingedrukt totdat de indicator wordt weergegeven. 5.4 Modus Hold (vasthouden) In de vasthoudmodus bevriest het display de laatste aflezing, waarna deze waarde continu wordt weergegeven. Druk op de toets HOLD om om te schakelen tussen de normale en de vasthoudmodus. In de Hold‐modus wordt de indicator weergegeven. 5.4.1 Smart Hold De meter piept continu en het display knippert als het gemeten signaal groter is dan de aflezing op het display (voor de V.A.W.‐functie). 5.5 Modus Silent (stil) In de stille modus is de waarschuwingspieper uitgeschakeld. De stille modus is niet van invloed op de pieper voor de doorgangstest. Gebruik de navigatietoetsen om het pictogram van de stille modus te selecteren, zie paragraaf 5.6.3.1 Modus selecteren. 5.6 Spannings‐ en stroommetingen OPMERKING: Als de gemeten spanning hoger is dan 30 V DC of AC RMS, wordt de indicator weergegeven. 5.6.1 Basis‐spanningsmetingen FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
1. Zet de functieschakelaar in de stand V. 2. Om de AC‐, DC‐ of AC+DC‐meting handmatig te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets MODE. Zie paragraaf 5.2 Modus Auto/Manual select (automatische/handmatige selectie). 3. Om het meetbereik (de schaal) handmatig te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets RANGE. Zie paragraaf 5.3 Modus Auto/Manual range (automatische/handmatige bereikinstelling). 4. Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM‐aansluiting en het rode meetsnoer in de positieve V‐aansluiting. 5. Sluit de meetsnoeren parallel aan op het te testen onderdeel. 6. Lees de spanningswaarde af van het display. 5.6.2 Basis‐stroommetingen WAARSCHUWING Meet de stroom niet in een stroomkring wanneer de spanning hoger wordt dan 1000 V. Anders kan het instrument beschadigd raken en kan letsel het gevolg zijn. Bij het meten van stroom met behulp van de bek, mag er slechts één geleider door de bek worden omsloten – zie afbeelding 5.1. Figuur 5.1 Juiste en verkeerde meetopstelling 1. Zorg dat de meetsnoeren zijn losgekoppeld van de meter. 2. Zet de functieschakelaar in de stand A. 3. Om de AC‐, DC‐ of AC+DC‐meting handmatig te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets MODE. Zie paragraaf 5.2 Modus Auto/Manual select (automatische/handmatige selectie). 4. Om het meetbereik (de schaal) handmatig te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets RANGE. Zie paragraaf 5.3 Modus Auto/Manual range (automatische/handmatige bereikinstelling). 5. Druk op de knop aan de zijkant van het instrument om de bek te openen. Omsluit één geleider volledig met de bek – zie afbeelding 5.1. Voor optimale resultaten zorgt u dat de geleider zich in het midden van de bek bevindt. 6. Lees de stroomwaarde af van het display. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Figuur 5.2 Moduspictogrammen (wisselspanningsmetingen): de modus Peak (piek) en de modus Silent (stil) zijn ingeschakeld De navigatietoetsen worden gebruikt om een moduspictogram te selecteren en om een modus in of uit te schakelen: • Gebruik de navigatietoetsen LINKS en RECHTS en om naar een moduspictogram te navigeren. Het huidige geselecteerde pictogram knippert. • Druk op de toets OK om de geselecteerde (knipperende) modus in of uit te schakelen. 5.6.3.2 Piekmodus In de piekmodus (Peak) worden door de meter de positieve en negatieve piekwaarden geregistreerd en weergegeven, en de weergave wordt alleen bijgewerkt als er een hogere/lagere waarde wordt geregistreerd. De Peak‐modus is beschikbaar bij het meten van wisselstroom of ‐spanning in de modus voor handmatige selectie. Gebruik de navigatietoetsen om te selecteren en de modus Peak in te schakelen. Druk op de toets OK om te schakelen tussen de weergave van Peak Max en Peak Min. 1. In de modus Peak Max wordt de indicator weergegeven. In de modus Peak Min wordt de indicator weergegeven. Houd de toets OK 2 seconden ingedrukt om de modus Peak uit te schakelen. 5.6.3.3 Modus In‐rush current (inschakelstroom) In de modus voor inschakelstroom geeft de meter de hoogste stroomaflezing tijdens de eerste 100 ms na het triggerpunt weer (stroomdetectiedrempel, zie onderstaande Fig. 5.3). De stroomdetectiedrempel is 1,00 A voor het 100,00 A bereik en 10,0 A voor het 1000,0 A bereik. De modus voor inschakelstroom is beschikbaar tijdens het meten van AC‐stroom in de modus Handmatig selecteren. Sluit de meter aan op het ontkoppelde te testen circuit. Stel de meter in op A Gebruik de navigatietoetsen om te selecteren en de modus voor inschakelstroom in te schakelen. Zet het te testen circuit onder stroom. Opmerking: Als de inschakelstroom tijdens het meten hoger zou kunnen zijn dan 100 A AC, stel dan handmatig het bereik in op 600 A voordat u de inschakelstroom activeert, zie paragraaf 5.3 Modus Auto/Manual range (automatische/handmatigebereikinstelling). FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
100ms Sample Window (60Hz) Start Stop Figuur 5.3 Inschakelstroom 5.6.3.4 Modus DC Zero De functie DC Zero verwijdert offset‐waarden en vergroot de nauwkeurigheid voor gelijkstroommetingen. De modus DC Zero is beschikbaar bij het meten van gelijkstroom of wissel‐ + gelijkstroom in de handmatige selectiemodus. 1. Zorg dat er zich geen geleider in de bek bevindt. 2. Gebruik de navigatietoetsen om te selecteren en de modus DC Zero in te schakelen. 5.6.3.5 Modus Frequency (frequentie) In de frequentiemodus wordt door de meter de frequentie geregistreerd en weergegeven. De frequentiemodus is beschikbaar bij het meten van wisselstroom ofspanning in de modus voor handmatige selectie. Belangrijke mededeling: Schakel pas naar de Frequentiemodus eenmaal de meter is ingesteld en het spannings‐ of stroomsignaal actief meet. Gebruik de navigatietoetsen om te selecteren en de frequentiemodus in te schakelen. 5.6.3.6 Modus Min/Max/Avg (minimum/maximum/gemiddeld) In de modus Min/Max/Avg worden door de meter de minimum‐ of maximumwaarden geregistreerd en weergegeven, en de weergave wordt alleen bijgewerkt als er een hogere/lagere waarde wordt geregistreerd. De meter kan ook de gemiddelde waarde van alle waarden sinds het inschakelen van de Min/Max/Avg‐modus weergeven. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
5.6.3.7 Modus Harmonic Distortion (harmonische vervorming) In de modus voor harmonische vervorming geeft de meter het vervormingspercentage voor de eerste 25 harmonischen alsmede de totale harmonische vervorming weer. De modus voor harmonische vervorming is beschikbaar bij het meten van wisselstroom of ‐spanning in de modus voor handmatige selectie. De harmonische vervorming wordt uitgedrukt als Hn = (RMS van een afzonderlijke harmonische n)/(RMS van de grondgolven) × 100%. 1. Gebruik de navigatietoetsen om te selecteren en de modus voor harmonische vervorming in te schakelen. 2. Gebruik de navigatietoetsen LINKS en RECHTS en in de modus voor harmonische vervorming om te navigeren door de gegevens over de afzonderlijke en de totale harmonische vervorming. H01, H02, …, Hn wordt weergegeven. 3. Als de totale harmonische vervorming wordt weergegeven, verschijnt de indicator in het bovenste gedeelte van het display en wordt op het hoofddisplay 'thd' weergegeven. 4. Druk op de toets OK om om te schakelen tussen weergave van de orde van harmonischen en weergave van het percentage 5. Houd de toets OK 2 seconden ingedrukt om de modus voor harmonische vervorming uit te schakelen. 5.6.3.8 VFD‐modus – laagdoorlaatfilter In de modus VFD wordt hoogfrequente ruis door een laagdoorlaatfilter uit de spanningsmeting verwijderd. De modus VFD is bedoeld voor metingen aan frequentiegeregelde aandrijvingen (VFD's, variable‐frequency drives). De modus VFD is beschikbaar bij het meten van wisselstroom of ‐spanning in de modus voor handmatige selectie. 1. Gebruik de navigatietoetsen om te selecteren en de modus VFD in te schakelen . 5.7 Contactloze spanningzoeker OPM. Probeer het instrument uit op een stroomkring waarvan u weet dat er spanning op staat, voordat u het instrument gebruikt op een onbekende stroomkring. 1. Houd de punten van de stroomtangbek van de meter vlak bij de spanningsbron. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
5.8.1 Enkelfasige vermogensmetingen 1. Zet de functieschakelaar in de stand W. 2. Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM‐aansluiting en het rode meetsnoer in de positieve W‐aansluiting. 3. Druk op de knop aan de zijkant van het instrument om de bek te openen. Omsluit één geleider volledig met de bek – zie afbeelding 5.1. Voor optimale resultaten zorgt u dat de geleider zich in het midden van de bek bevindt. OPM. Het + symbool op de bek dient in de richting van de stroombron te wijzen. 4. Sluit de meetsnoeren parallel aan op het te testen onderdeel. 5. Lees de waarde van het actieve vermogen af van het display. • Als de waarde zonder een teken wordt weergegeven, stroomt het vermogen van de stroombron naar de belasting. • Als de waarde wordt weergegeven met een minteken (–), stroomt het vermogen van de stroombelasting naar de bron. 6. Om de arbeidsfactor te meten en weer te geven, drukt u herhaaldelijk MODE op de toets totdat de indicator wordt weergegeven. 7. Lees de arbeidsfactorwaarde af van het display. • Als de waarde zonder een teken wordt weergegeven, blijft de fase van het stroomsignaal achter bij het spanningssignaal (inductieve belasting). • Als de waarde wordt weergegeven met een minteken (–), loopt de fase van het stroomsignaal voor op het spanningssignaal (capacitieve belasting). 8. Om terug te keren naar metingen van het actieve vermogen, drukt u herhaaldelijk MODE op de toets totdat noch de indicator noch de indicator wordt weergegeven. In geval van een overbelasting wordt het volgende weergegeven: • OL. V: spanningsoverbelasting of zowel spannings‐ als stroomoverbelasting. • OL. A: stroomoverbelasting. • OL. kW: overbelasting van het actieve vermogen. 5.8.2 Driefasige vermogensmetingen FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
5.8.2.1 Driefasige driedraadse symmetrische/asymmetrische belastingen Het vermogen van een driefasige driedraadse deltaschakeling wordt gemeten in twee stappen, zoals weergegeven in figuur 5.4. Het totale vermogen is de som van de twee metingen: W = W1 + W2. Figuur 5.4 Meting aan driefasige driedraadse schakelingen Zet de functieschakelaar in de stand W. Zorg dat de meter is ingesteld op het meten van actief vermogen. Als de indicator of de indicator wordt weergegeven, druk dan herhaaldelijk MODE op de toets totdat geen van deze indicatoren wordt weergegeven. Voer twee metingen van het actieve vermogen uit, overeenkomstig figuur 5.4. Om de vermogensfactor te meten en weer te geven, druk herhaaldelijk op de MODE knop totdat de indicator wordt weergegeven. Lees de waarde van de vermogensfactor af op het display. Als de waarde zonder een teken wordt weergegeven, komt de fase van het stroomsignaal achter deze van het spanningssignaal (inductieve belasting). Als de waarde met een minteken (‐) wordt weergegeven, komt de fase van het stroomsignaal voor deze van het spanningssignaal (capacitieve belasting). Om naar de actieve vermogensmetingen terug te keren, druk herhaaldelijk op de MODE knop totdat zowel de als de indicator niet langer worden weergegeven FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
5.8.2.2 Driefasige vierdraadse symmetrische/asymmetrische belastingen Het vermogen van een driefasige vierdraadse schakeling wordt gemeten in drie stappen, zoals weer‐ gegeven in figuur 5.5. Het totale vermogen is de som van de drie metingen: W = W1 + W2 + W3. Figuur 5.5 Meting aan driefasige vierdraadse schakelingen 1. Zet de functieschakelaar in de stand W. 2. Zorg dat de meter is ingesteld op het meten van actief vermogen. Als de indicator of de indicator wordt weergegeven, druk dan herhaaldelijk op de toets MODE totdat geen van deze indicatoren wordt weergegeven. 3. Voer drie metingen van het actieve vermogen uit, overeenkomstig figuur 5.5. 4. Om de vermogensfactor te meten en weer te geven, druk herhaaldelijk op de MODE knop totdat de indicator wordt weergegeven. 5. Lees de waarde van de vermogensfactor af op het display. Als de waarde zonder een teken wordt weergegeven, komt de fase van het stroomsignaal achter deze van het spanningssignaal (inductieve belasting). FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
OPMERKING: De frequentie van het systeem moet stabiel zijn. Figuur 5.6 Faserotatie 1. Zet de functieschakelaar in de stand W. 2. Activeer de modus voor faserotatie door herhaaldelijk op de toets MODE te drukken totdat de indicator wordt weergegeven. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
9. Verplaats het rode meetsnoer onmiddellijk naar de veronderstelde faseleiding 2, voordat "L2" van het display verdwijnt. 10. Een van de volgende resultaten wordt weergegeven: 11. 123 geeft de rotatierichting rechtsom of vooruit aan, wat betekent dat de veronderstelde faseleiding 1 zich vóór de veronderstelde faseleiding 2 bevindt. 12. 321 geeft de rotatierichting linksom of achteruit aan, wat betekent dat de veronderstelde faseleiding 2 zich vóór de veronderstelde faseleiding 1 bevindt. 13. ‐ ‐ betekent dat de meter de resultaten niet kan vaststellen. 14. Lo V betekent dat gebruikers mogelijk de meetsnoeren hebben verwijderd voordat de testprocedure was afgerond. Om de test te herhalen, drukt u nogmaals op de toets OK. 5.9 Weerstandsmetingen WAARSCHUWING Voer geen diode‐, weerstands‐ of doorgangstests uit voordat u de condensatoren en het te testen apparaat spanningsloos hebt gemaakt. Anders bestaat er letselgevaar. 1. Zet de functieschakelaar in de stand . 2. Zorg dat de meter is ingesteld op de weerstandsmeting. Als de indicator of de indicator wordt weergegeven, druk dan herhaaldelijk op de toets MODE totdat geen van deze indicatoren wordt weergegeven. 3. Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM‐aansluiting en het rode meetsnoer in de positieve Ω‐aansluiting. 4. Houd de pennen van de sondes tegen de te testen stroomkring of component. 5. Lees de weerstandswaarde af van het display. 5.10 Capaciteitsmetingen WAARSCHUWING Voer geen capaciteitsmetingen uit voordat u de condensator of andere apparaten of circuits voor de test spanningsloos hebt gemaakt. Anders bestaat er letselgevaar. OPM. Om de inwendige componenten te beschermen wanneer een te testen condensator geladen is, zal de meter eerst de condensator ontladen en wordt de melding diSC (ontladen) op het display weergeven. Nadat de condensator volledig ontladen is, voert de meter een normale test uit. diSC kan ook worden FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Voer geen diode‐, weerstands‐ of doorgangstests uit voordat u de condensatoren en het te testen apparaat spanningsloos hebt gemaakt. Anders bestaat er letselgevaar. 1. Zet de functieschakelaar in de stand . 2. Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM‐aansluiting en het rode meetsnoer in de positieve Ω‐aansluiting. 3. Gebruik de toets MODE om de doorgangsmeting te selecteren. De indicator wordt weergegeven. 4. Houd de pennen van de sondes tegen de te testen stroomkring of component. 5. Als de weerstand minder is dan 30 Ω, piept de meter. 5.12 Diodetest Waarschuwing: Voer geen diode‐, weerstands‐ of doorgangstests uit voordat u de condensatoren en het te testen apparaat spanningsloos hebt gemaakt. Anders bestaat er letselgevaar. Zet de functieschakelaar in de stand . Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM‐aansluiting en het rode meetsnoer in de positieve Ω‐aansluiting. Gebruik de toets MODE om de diodetestfunctie te selecteren. De indicator wordt weergegeven. Houd de pennen van de sonde tegen de te testen diode of halfgeleiderlaag. ± Als de aflezing tussen 0,40 en +0,80 V ligt, is de component in orde; Als bAD of O.L wordt weergegeven, geeft dit een defecte component aan. Deze FLIR meter controleert diodes met behulp van een wisselend testsignaal dat door de diode in beide richtingen wordt gestuurd. Dit stelt de gebruiker in staat om de diode te controleren zonder de polariteit handmatig te moeten omkeren. Het display van de meter geeft ± 0,4 ~ 0,7 V voor een goede diode, bAd voor een kortgesloten diode en O.L voor een open diode weer. Zie onderstaande Fig. 5.7: FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 27
Figuur 5.7 Diodetests + 0.4V - 0.4V FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
® 5.13.1 Algemeen Bepaalde infraroodcamera's van FLIR Systems ondersteunen Bluetooth‐communicatie, en naar die camera's kunt u meetgegevens van de meter streamen. De gegevens worden vervolgens ingevoegd in de resultatentabel in het infraroodbeeld. Neem contact op met FLIR voor FLIR TOOLS mobiele software voor Android™, iOS® en Windows®/Mac®‐gebaseerde computers. Het streamen van meetgegevens is een handige manier om belangrijke informatie toe te voegen aan een infraroodbeeld. Als u bijvoorbeeld een oververhitte kabelaansluiting vaststelt, wilt u waarschijnlijk weten wat de stroom in die kabel is. Het Bluetooth‐bereik is maximaal 10 m. 5.13.2 Procedure 1. Koppel de infraroodcamera aan het instrument. Zie de handleiding van de camera voor informatie over het koppelen van Bluetooth‐apparatuur. 2. Schakel de camera in. 3. Schakel de meter in. 4. Druk op de toets op de meter om Bluetooth in te schakelen. 5. Kies de gewenste variabele (spanning, stroom, weerstand etc.). Resultaten afkomstig van de meter worden nu automatisch weergegeven in de resultatentabel linksboven in het display van de infraroodcamera. 5.13.3 Procedure voor FLIR TOOLS app Schakel uw tablet, smartphone of computer in en start de FLIR TOOLS app. Schakel de stroomtang in en stel de draaischakelaar op de gewenste stand in. Druk op de Bluetooth knop op de stroomtang. Koppel de stroomtang met uw FLIR TOOLS app onder ‘Instruments’. Open de FLIR TOOLS app om uw metingen te bekijken. Sluit de meter aan op het te testen circuit. De metingen verschijnen op de FLIR TOOLS app. * * Raadpleeg de FLIR TOOLS app help voor meer informatie FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
6 Onderhoud 6.1 Reiniging en opslag Reinig de meter met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel; gebruik geen schuurmiddelen of oplosmiddelen. Als de meter gedurende een langere tijd niet wordt gebruikt, dienen de batterijen te worden verwijderd en apart te worden bewaard. 6.2 Batterijen vervangen 1. Om een elektrische schok te voorkomen, moet de meter als deze op een stroomkring is aangesloten eerst worden losgekoppeld, de sonde‐/thermokoppelsnoeren moeten van de aansluitingen worden losgekoppeld en de functieschakelaar moet in de stand worden gezet, alvorens de batterijen te vervangen. 2. Schroef het klepje van het batterijvak los en verwijder het. 3. Vervang de zes standaard AAA‐batterijen; let erop dat de batterijpolen in de juiste richting wijzen. 4. Bevestig het klepje van het batterijvak. 6.2.1 Afdanken van elektronisch afval Net als de meeste andere elektronische producten moet deze apparatuur worden afgedankt op een milieuvriendelijke wijze en conform de geldende regelgeving voor elektronisch afval. Neem voor nadere informatie contact op met uw FLIR Systemsvertegenwoordiger. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
o • 10 tot 30 C (≤80% RV) o • 30 tot 40 C (≤75% RV) o • 40 tot 50 C (≤45%RV) Opslagtemperatuur: • –10 tot 50 C • 0–80% RV (batterijen niet geplaatst). Afmetingen (H × B × L): 49 mm × 100 mm × 262 mm. Gewicht: 0,59 kg, inclusief batterijen. Bluetooth‐bereik: maximaal 10 m. o Temperatuurcoëfficiënt: 0,2 × (gespecificeerde nauwkeurigheid)/ C, <18 C, >28 C. Overspanningscategorie: IEC 61010‐1 CAT IV‐600 V, CAT III‐1000 V, IEC 61010‐ 2‐033. CAT Toepassingsveld Ⅰ Niet op het lichtnet aangesloten circuits Ⅱ Direct op een laagspanningsinstallatie aangesloten circuits Ⅲ Gebouwinstallatie Ⅳ Bron van de laagspanningsinstallatie Gebruikshoogte: 2000 m. Bek‐opening: 45 mm Grootte geleider: 42 mm. Vervuilingsgraad: 2. EMC: EN 61326‐1. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Nauwkeurigheid(van de aflezing)1 99,99 V DCV ±(0,7% + 2 Digits) 999,9 V 0,05–99,99 V ±(1,0% + 5 Digits) ACV 999,9 V 50–500 Hz VFD 0,05–99,99 V ACV 50–60 Hz ± (1% + 5 Digits) 999,9 V 1. DCV <1000 digits, 6 digits bij de nauwkeurigheid optellen. ACV <1000 digits, 3 digits bij de nauwkeurigheid optellen. Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms. Ingangsimpedantie: 3,5 MΩ //, <100 pF. AC‐conversietype: AC‐gekoppeld, True RMS, gekalibreerd op de RMS‐waarde van een sinusgolfingang. Nauwkeurigheden gelden voor sinusgolven bij volle schaal en niet‐sinusvormige golven onder de halve schaal. Voor niet‐sinusvormige golven (50/60 Hz) moeten de volgende piekfactorcorrecties worden doorgevoerd: • Voor een piekfactor van 1,4–2,0 moet er 1,0% bij de nauwkeurigheid worden opgeteld. • Voor een piekfactor van 2,0‐2,5 moet er 2,5% bij de nauwkeurigheid worden opgeteld. • Voor een piekfactor van 2,5‐3,0 moet er 4,0% bij de nauwkeurigheid worden opgeteld. Piekfactor (CF): • 3 bij 460 V, 460 A. • 2 bij 690 V, 690 A. AC+DC Vrms nauwkeurigheid: zelfde als ACV‐specificatie + DCV‐specificatie. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 32
>60–400 Hz ± (2,5% + 5 999,9 A Digits)* VFD 0,10–99,99 A 50–60 Hz ± (2% + 5 ACA Digits)* 999,9 A * Bij gemeten waarden <1000 digits moeten er 5 digits bij de nauwkeurigheid worden opgeteld. Overbelastingsbeveiliging: 1000 Arms. Positiefout: ±1% van aflezing. AC‐conversietype en extra nauwkeurigheid is hetzelfde als voor de AC‐spanning. AC+DC Arms nauwkeurigheid: zelfde als ACA‐specificatie + DCA‐specificatie. De DCA wordt beïnvloed door de temperatuur en het restmagnetisme. Gebruik de nulstelfunctie DCA Zero om te compenseren. Tabel 7.3 Peak hold: maximale/minimale piekwaarde (alleen AC, niet‐TRMS) Functie Bereik Nauwkeurigheid 140,0 V ACV ±(3,0% + 15 Digits) 1400 V 140,0 A ACA ±(3,5% + 15 Digits) 850 A Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms, 1000 Arms Nauwkeurigheid gedefinieerd voor sinusgolven, ACV > 5 Vrms/ACA ≥5 Arms, frequentie 50–400 Hz. Allen geschikt voor repeterende gebeurtenissen. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 33
De aflezing is 0,0 voor signalen onder 10,0 Hz. Tabel 7.5 Totale harmonische vervorming Functie Bereik Nauwkeurigheid ACA/ACV 99,9% ±(3,0% + 10 Digits) Tabel 7.6 Meting van de harmonische vervorming Harmonische vervorming Bereik Nauwkeurigheid H01–H12 ±(5% + 10 Digits) 99,9% H13–H25 ±(10% + 10 Digits) Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms, 1000 Arms • Als ACV < 10 Vrms of ACA < 10 Arms, wordt rdy weergegeven. • Als de grondfrequentie buiten het bereik 45–65 Hz ligt, wordt out.F weergegeven. Tabel 7.7 Inschakelstroom Functie Bereik Nauwkeurigheid 99,99 A ±(3% + 0,3 A) ACA 999,9 A ±(3% + 5 Digits)* * Bij gemeten waarden <1000 digits moeten er 5 digits bij de nauwkeurigheid worden opgeteld. Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms, 1000 Arms. Nauwkeurigheid gedefinieerd voor sinusgolven, ACA ≥10 Arms, rreq. 50/60 Hz. Integratietijd ca. 100 ms. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 34
Bereik Nauwkeurigheid 9,999 kW (10 V, 5 A min) ±(3% + 0.05 kW) DCW 99,99 kW (10 V, 5 A min) ±(3% + 0.5 kW) 999,9 kW (10 V, 5 A min) ±(3% + 10 Digits) 9,999 kW (10 V, 5 A min) ACW 99,99 kW (10 V, 5 A min) ±(3% + 10 Digits) 999.9 kW (10 V, 5 A min) 1. Het bereik wordt bepaald door het V/A‐bereik (9,999 kW: 100 V, 100 A; 99,99 kW: 1000 V,100 A, of 100 V, 1000 A; 999,9 kW: 1000 V, 1000 A). Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms, 1000 Arms. Nauwkeurigheid gedefinieerd voor: • ACW: • Sinusgolven, ACV≥10 Vrms, ACA ≥5 Arms. • Frequentie 50–60 Hz, PF = 1,00 • DCW: DCV ≥10 V, DCA ≥5 A Tabel 7.9 Arbeidsfactor Functie Bereik Nauwkeurigheid PF –1,00 a 0,00 a +1,00 ±3° ± 1 digits Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms, 1000 Arms. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
Pagina 35
Tabel 7.10 Weerstand en doorgang en diode Functie Bereik Nauwkeurigheid 999,9 Ω ±(1,0% + 5 Digits) Weerstand 9,999 kΩ ±(1,0% + 3 Digits) 99,99 kΩ Doorgang 999,9 Ω ±(1,0% + 5 Digits) Diode 0,40–0,80 V ±0,1V Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms. Maximale teststroom: ca. 0,5 mA. Maximale nullastspanning voor Ω: ca. 2,4 V. Maximale nullastspanning voor diode: ca. ±1,6 V. Drempelwaarde voor doorbeltest: • <30 Ω pieper aan. • >100 Ω pieper uit. Doorgangsindicator: zoemer 2 kHz. Reactietijd bij doorgangstests: <100 ms. Tabel 7.11 Capaciteit Functie Bereik Nauwkeurigheid 3,999 μF 39,99 μF Capaciteit ±(1.9% + 8 Digits) 399,9 μF 3,999 mF Overbelastingsbeveiliging: 1000 Vrms. FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...
9 Garantie 9.1 FLIR Wereldwijde beperkte levenslange garantie VERGOEDT FLIR DE DOOR DE KOPER BETAALDE AANKOOPPRIJS EN BESTAAT ER GEEN Een gekwalificeerd test‐ en meetinstrument van FLIR (het ENKELE ANDERE VERPLICHTING OF AANSPRAKELIJKHEID “Product”), hetzij rechtstreeks gekocht van FLIR Commercial JEGENS DE KOPER. Systems Inc en gelieerde ondernemingen (FLIR) of bij een erkende FLIR distributeur of wederverkoper, dat de 5. UITSLUITINGEN EN VRIJWARINGEN VAN GARANTIE. koper online bij FLIR registreert, komt in aanmerking voor FLIR GEEFT GEEN ANDERE GARANTIES VAN dekking onder de beperkte levenslange garantie van WELKE AARD DAN OOK MET BETREKKING TOT DE FLIR, onder de voorwaarden en bepalingen in dit document. PRODUCTEN. ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET Deze garantie geldt alleen voor aankopen van in OF IMPLICIET, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, aanmerking komende producten (zie hieronder) die zijn IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID, aangeschaft en gefabriceerd na 1 april 2013. GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL (OOK ALS LEES DIT DOCUMENT ZORGVULDIG DOOR; HIERIN DE KOPER FLIR VAN HET BEOOGDE GEBRUIK VAN VINDT U BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DE PRODUCTEN DE PRODUCTEN OP DE HOOGTE HEEFT GESTELD), DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR DEKKING EN NIET‐INBREUK ZIJN UITDRUKKELIJK UITGESLOTEN IN HET KADER VAN DE BEPERKTE VAN DEZE OVEREENKOMST. LEVENSLANGE GARANTIE, VERPLICHTINGEN VAN DEZE GARANTIE GELDT UITDRUKKELIJK NIET VOOR DE KOPER, HET ACTIVEREN VAN DE GARANTIE, GARANTIEDEKKING ...
Voor elke reparatie van een product buiten de garantie, aan de door FLIR gepubliceerde productspecificaties geldt uitsluitend gedurende honderdtachtig (180) dagen en vrij zijn van materiaal‐ en fabricagefouten. DE vanaf de datum van retourzending door FLIR een garantie ENIGE EN EXCLUSIEVE VERHAALMOGELIJKHEID voor materiaal‐ en fabricagefouten, met inachtneming van VAN DE KOPER ONDER DEZE GARANTIE IS, NAAR EIGEN alle beperkingen, uitsluitingen en vrijwaringen in dit GOEDDUNKEN VAN FLIR, REPARATIE OF VERVANGING document. VAN DEFECTE PRODUCTEN OP EEN MANIER, EN DOOR EEN SERVICECENTRUM, ZOALS 9.2 FLIR Beperkte garantie van 2 jaar op GEAUTORISEERD DOOR FLIR. ALS DEZE OPLOSSING BIJ ARBITRAGE ALS ONVOLDOENDE WORDT BEOORDEELD, test- en meetinstrumenten VERGOEDT FLIR DE DOOR DE KOPER Een gekwalificeerd test‐ en meetinstrument van FLIR (het BETAALDE AANKOOPPRIJS EN BESTAAT ER GEEN “Product”), hetzij rechtstreeks gekocht van FLIR Commercial ENKELE ANDERE VERPLICHTING OF AANSPRAKELIJKHEID Systems Inc en gelieerde ondernemingen (FLIR) of bij JEGENS DE KOPER. een erkende FLIR distributeur of wederverkoper, dat de koper online bij FLIR registreert, komt in aanmerking voor 5. UITSLUITINGEN EN VRIJWARINGEN VAN GARANTIE. dekking onder de beperkte levenslange garantie van ...
Pagina 39
FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB ...