5
Werking meter
de beschikbare bereiken te doorlopen. Druk lang op RANGE om terug te ke-
ren naar de modus Auto Range. Wanneer de modus Auto Range actief is,
wordt het symbool Auto Range weergegeven. In de handmatige modus kan
op de meter een pijl omhoog worden weergegeven om aan te duiden dat er
een hoger bereik moet worden geselecteerd voor een optimale nauwkeurig-
heid en resolutie.
Figuur 5.1 Displaypictogram Auto Range
5.4 Waarschuwing buiten bereik
Als het ingangssignaal buiten het meetbereik ligt, wordt er OL weergegeven.
Probeer geen metingen te verrichten buiten het opgegeven bereik van de
meter.
5.5 Displayvastzetfunctie
Na het verrichten van een meting drukt u kort op de knop HOLD om een afle-
zing vast te zetten. Druk opnieuw op HOLD om terug te keren naar de norma-
le werking. Het pictogram H wordt weergegeven wanneer de
displayvastzetfunctie is ingeschakeld.
5.6 Achtergrondverlichting van display
Druk kort op de achtergrondverlichtingsknop
om de achtergrondverlich-
ting van het display IN te schakelen. Druk opnieuw op de knop om de achter-
grondverlichting UIT te schakelen.
5.7 Spanningsmetingen
VOORZICHTIG
Let op wanneer de gemeten spanning hoger is dan 30 V DC of AC rms.
12
#NAS100017; r. AB/76074/76087; nl-NL