Hoofdstuk 4
Als het toegangspunt MAC-adressen filtert, moet het MAC-adres van het apparaat aan
de lijst van het toegangspunt met geaccepteerde MAC-adressen worden toegevoegd.
1. Druk het draadloze statusrapport af. Zie
draadloze statusrapport begrijpen
statusrapport.
2. Open het configuratieprogramma van het toegangspunt en voeg het hardware-adres
van het HP-apparaat aan de lijst met geaccepteerde MAC-adressen toe.
Overige richtlijnen
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
•
Gebruik een wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een WPA-
wachtwoord kunt u maximaal 63 tekens gebruiken.
•
Vermijd in een wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen,
eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden
gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters
en kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
•
Verander het wachtwoord regelmatig.
•
Verander het standaardwachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee de
beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige
routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
•
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet
u de router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u
configuratiewijzigingen wilt doorvoeren.
•
Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit. Met
Extern bureaublad kunt u een gecodeerde verbinding maken met een computer die
achter de router werkt en configuratiewijzigingen aanbrengen vanaf de lokale
computer waartoe u via internet toegang hebt.
•
Om te vermijden dat u per ongeluk toegang krijgt tot het draadloos netwerk van
anderen, schakelt u de instelling uit waarmee automatisch verbinding wordt gemaakt
met niet-gekozen netwerken. Deze optie is in Windows XP standaard uitgeschakeld.
De software verwijderen en opnieuw installeren
U moet de software mogelijk verwijderen en opnieuw installeren als de installatie
onvolledig is of als u de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat er een
bericht werd weergegeven waarin u werd gevraagd om de USB-kabel op de computer
aan te sluiten. Verwijder de toepassingsbestanden van het apparaat niet zomaar van de
computer. Verwijder deze bestanden op de juiste manier met het hulpprogramma om de
installatie te verwijderen dat bij het apparaat is meegeleverd.
56
Configureren en beheren
Het netwerkconfiguratierapport of het
voor meer informatie over het draadloze