Hoofdstuk 4
5. Selecteer in het scherm Verbindingstype de optie Vast/draadloos apparaat en klik
vervolgens op Volgende.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Zie
apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk
Windows-clientcomputers.
De software van het apparaat installeren op clientcomputers
Nadat drivers voor de printers zijn geïnstalleerd op de computer die fungeert als
afdrukserver, kunnen de afdrukfuncties worden gedeeld. Afzonderlijke Windows-
gebruikers die het apparaat via het netwerk willen benaderen, moeten de software op
hun computers (clients) installeren.
Een clientcomputer kan op de volgende manieren verbinding maken met het apparaat:
•
In de map Printers dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen en volgt u de
aanwijzingen voor een netwerkinstallatie. Raadpleeg
toevoegen
•
Blader naar het apparaat op het netwerk en sleep het naar de map Printers.
•
Voeg het apparaat toe en installeer de software vanaf het INF-bestand op het
netwerk. Op de Starter-cd zijn de INF-bestanden opgeslagen in de basismap van de
cd.
Installeer de printer met Printer toevoegen
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3. Selecteer Netwerkprinter of Netwerkprintserver.
4. Klik op Volgende.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van het gedeelde apparaat en klik
vervolgens op Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het
apparaatmodel te selecteren.
Klik op Volgende en zoek het apparaat in de lijst met gedeelde printers.
6. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te
voltooien.
Het apparaat configureren (Mac OS X)
U kunt het apparaat aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USB-kabel,
maar u kunt het ook delen met andere gebruikers op een netwerk.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De software voor een netwerk of een rechtstreekse verbinding installeren
•
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk
48
Configureren en beheren
De software van het apparaat installeren op clientcomputers
voor meer informatie.
als u het apparaat wilt delen met
Installeer de printer met Printer
en
Het