Stapvoets rijden
!e
Om met de motorfiets naar achteren te
rijden, houdt u de terugschakelknop (-)
ingedrukt en laat u vervolgens de remmen
los.
Om met de motorfiets naar voren te rijden,
houdt u de opschakelknop (+) ingedrukt en
laat u vervolgens de remmen los.
u
De motorfiets blijft vooruit of achteruit
rijden zolang u deze knop ingedrukt
houdt.
u
Als de opschakelknop (+) (vooruit) wordt
ingedrukt, verschijnt "F" op de
versnellingsstandindicator.
Als de terugschakelknop (-) (achteruit)
wordt ingedrukt, verschijnt "R" op de
versnellingsstandindicator.
u
Het kan een paar seconden duren voordat
de motorfiets in beweging komt.
u
Als u de motorfiets bedient in de modus
voor stapvoets rijden, moet u op de
motorfiets zitten in uw normale
zithouding.
u
Als de motor wordt gestopt in de modus
voor stapvoets rijden, wordt de koppeling
ontkoppeld. Hierdoor verliest de
motorfiets abrupt tractie.
124
(vervolg)
u
Druk in de modus voor stapvoets rijden
niet op de motorstopschakelaar, tenzij in
noodgevallen. Hierdoor verliest de
motorfiets abrupt tractie.
Opschakelknop (+)
Geleid de motorfiets voorzichtig, waarbij u
uw benen gebruikt om uw evenwicht te
bewaren.
Wees in de modus voor stapvoets rijden extra
voorzichtig als u op een losse ondergrond
(zand, grind, vuil) of een met olie bedekt
wegdek rijdt.
!f
!g
Terugschakelknop (-)
Om de motorfiets tot stilstand te brengen,
bedient u de remhendel of het rempedaal.
Om de modus stapvoets rijden uit te
schakelen, bedient u de remhendel of het
rempedaal. Nadat de motorfiets tot stilstand
is gekomen, drukt u op de schakelaar voor
de modus stapvoets rijden terwijl u de
remhendel of het rempedaal bedient of op
de N-schakelaar drukt. Controleer of de
indicator voor de modus stapvoets rijden
N
uitgaat en de
-indicator gaat branden.