(b) Audio-afspelen is beperkt tot één kanaal tegelijk, eenmaal klikken op een kanaal zorgt voor toegang tot het audiosignaal – een groen kader
bevestigt de toegang tot het huidige audiosignaal visueel.
(c) Elk camerakanaal heeft twee extra functies, BLUR (VERVAGEN)
(d) U kunt deze optie wel gebruiken om een mozaïekinstelling te maken van een gebied dat gedurende de hele video vaag wordt weergegeven.
Zie Een mozaïek maken voor vervaging Afbeelding 102, Het vervagingsgebied instellen Afbeelding 103 en Vervaging geactiveerd
Afbeelding 104.
(e) BLUR (VERVAGEN) kan worden toegepast op een kanaal voor het maken van een clip van een videosegment.
Een mozaïek maken voor vervaging
Afbeelding 102
(f) ZOOM (IN-/UITZOOMEN) wordt gebruikt om een vergrote weergave te maken van een geselecteerd gebied van een camerakanaal. Klik op
het vergrootglas en kies het gewenste vak in het gebied. Dit is nu het enige gebied dat tijdens het afspelen zichtbaar is. U verlaat deze
weergave door te dubbelklikken op het camerakanaal. Zie Een zoomgebied kiezen Afbeelding 105 en Zoomgebied Afbeelding 106.
(g) ZOOM kan niet worden toegepast op een clip – deze functie is voor het nauwkeuriger bekijken van een kritisch gebied.
Een zoomgebied kiezen Afbeelding 105
(h)
wordt gebruikt om in of uit de tijdschaal te ZOOMEN. Maximale tijd voor INZOOMEN is 5 seconden en de maximale tijd voor
UITZOOMEN 24 uur.
8.5.2
Gebeurtenissen en grafieken
(a) Informatie over gebeurtenissen kan worden bekeken door te klikken op de EVENT (GEBEURTENIS) knop, zoals getoond in Instellingen
uitgebreide weergave Afbeelding 107. Er verschijnt dan een lijst met alle gebeurtenissen.
(b) Gebeurtenissen kunnen ook worden gefilterd op elk tabblad, zoals getoond in Gebeurtenisinformatie Afbeelding 108. Gebruikers kunnen de
pijlen gebruiken voor toegang tot de verschillende tabblad-opties. Dubbelklikken op een logboekregel in de gebeurtenislijst, zorgt voor het
springen naar dat punt in de afspeelmodus.
(c) OSD-instellingen – de sensornamen met twee letters, worden tussen haakjes weergegeven in de gebeurtenislijst. Zie Gebeurtenisinformatie
Afbeelding 108.
(d) Gebeurtenissen kunnen ook worden opgeroepen op basis van een gebruikerspecifieke hiërarchie. Klik op het
Afbeelding 108) pictogram, voor toegang en het wijzigen van de volgorde. Gebruik
Afbeelding 109.
en ZOOM (IN- / UITZOOMEN)
Het vervagingsgebied instellen
Afbeelding 103
Instellingen uitgebreide weergave Afbeelding 107
.
Vervaging geactiveerd Afbeelding 104
Zoomgebied Afbeelding 106
(Gebeurtenisinformatie
getoond in Gebeurtenis hiërarchie
39