Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 3
3.0 Het beveiligen van huis en erf
De PowerSeries Neo voorziet in meerdere activeringsstanden, zoals hieronder omschreven:
Gebruiken als er niemand in uw huishouden thuis zal zijn. De stand Weg activeert alle omgevings- en bin-
Stand Weg
nensensors van het alarmsysteem.
Stand Blijven
Gebruik deze stand als u thuis bent, maar verwacht dat iemand later nog de voordeur zal gebruiken. De
stand Blijven activeert het alarmsysteem gedeeltelijk door alle omgevingssensors te activeren en alle bin-
nensensors te overbruggen.
Gebruik deze stand als u de omgevings- en binnensensors wilt inschakelen, maar dat u beperkte beweging
Stand Nacht
in het huis wilt toestaan zonder dat het alarm wordt geactiveerd. (Bijv. het uitschakelen van bewe-
gingssensors in het gedeelte met slaapkamers en een badkamer.) De stand Nacht is vergelijkbaar met de
stand Blijven, maar overbrugt alleen binnensensoren die zijn geconfigureerd als nachtzones.
Opmerking: Verifieer met uw beveiligingsbedrijf welke standen beschikbaar zijn op uw systeem. Bij SIA FAR geregistreerde
panelen, zal de uitlooptijd voor Blijf inschakelen tweemaal zo lang zijn als de uitlooptijd voor Weg inschakelen.
Afhankelijk van de systeemconfiguratie zijn er meerder manieren waarop u uw systeem kunt inschakelen.
U kunt het systeem inschakelen met behulp van een:
Toetsenbord
l
2-weg draadloze sleutel
l
Zie ook:
Stille uitlooptijd
l
3.1 Inschakelen van het systeem
Het PowerSeries Neo-systeem kan worden ingeschakeld met gebruik van een bedienpaneel, een 2-weg draadloze sleutel of een
proximitytag.
3.1.1 Het inschakelen van het systeem (Onbegrensde
vertraging verlaten)
In een poging om valse alarmen te verminderen is uw systeem ontworpen om u op de hoogte te stellen van onjuist verlaten bij het
inschakelen van het systeem. Als gebruik wordt gemaakt van Druk om in te schakelen, of van de functie Instellen laatste deur, zal
een poging om het systeem in te schakelen een onbegrensde vertraging verlaten starten. Het toetsenpaneel laat een keer per
seconde een pieptoon horen. Als u de laatste deur voor het verlaten hebt geopend en gesloten, of na het drukken op de toets Druk
om in te schakelen, wordt de vertraging voor het verlaten gereduceerd tot een programmeerbare waarde, die meestal 10 seconden
is, waarna het alarm de instelling voltooit. Het paneel gebruikt deze tijd om de detectors op het systeem de tijd te geven om naar
hun normale toestand terug te keren. Wanneer deze tijd is verstreken, controleert het systeem of er nog open detec-
tors/ramen/deuren zijn. Als er nog enige hiervan open is, annuleert het paneel het inschakelen. Als dit zich voordoet, moet u het
pand weer binnengaan, het systeem controleren, enige open zones sluiten en dan weer proberen om het systeem in te schakelen.
3.1.2 Inschakelen van het systeem met het toetsenbord in de stand Weg
De stand Weg activeert het volledige alarmsysteem door:
Alle omgevingssensors in te schakelen.
l
Alle binnensensors in te schakelen.
l
Het systeem in te schakelen in de stand Weg
1.
Zorg ervoor dat alle deuren en ramen zij gesloten en de het indicatielampje Gereed
aan is.
2.
Voor inschakelen met behulp van de afwezigheidssleutel
zigheidstoets 2 seconden ingedrukt, en voert u indien nodig uw [toegangscode] in of
presenteert u uw nabijheidslabel.
OF
Druk om het systeem snel in te schakelen [*][0].
3.
Als er zones zijn overbrugd, zal op ICN of LED-toetsenborden de overbruggings-
LED
oplichten en de nummers van de overbrugde zones worden weergegeven.
Op een LCD-toetsenbord verschijnt er een waarschuwing.
houdt u de afwe-
- 8 -
LCD-scherm
Datum Tijd
JAN 02/13 2:06a
Systeem is
Systeem Gereed
Toon uw tag of
voer code in
* Let op * <>
Overbrug. actief
Advertenties
Inhoudsopgave
