Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 3
3.3 Met het toetsenbord inschakelen van de stand Nacht op het systeem
De stand Nacht activeert het alarmsysteem gedeeltelijk door:
Het overbruggen van alle binnensensoren die zijn geconfigureerd als nachtzones.
l
Alle omgevingssensors in te schakelen.
l
Alle overige binnensensors in te schakelen.
l
Het inschakelen van het systeem in de nachtmodus is mogelijk nadat het systeem eerst is ingeschakeld in de aanwezigheidsmodus
en [*][1] op het bedienpaneel wordt ingedrukt. Het bedienpaneel kan ook worden geconfigureerd met een functietoets om het sys-
teem in de nachtstand in te schakelen. Om toegang te krijgen tot ingeschakelde binnenruimtes wanneer het systeem in de stand
Nacht is geschakeld, dient u eerst het systeem uit te schakelen.
Opmerking: Zorg ervoor dat uw installateur u heeft voorzien van een lijst waarop alle geprogrammeerde nachtzones zijn aan-
gegeven. Uw installateur kan een functietoets configureren om het paneel in te schakelen in de stand Nacht, zonder dat het systeem
al is ingeschakeld in de stand Blijven.
Inschakelen van het systeem in de stand Nacht
1.
Druk indien geconfigureerd de toets Nachtstand Inschakeling en houd hem gedurende
2 seconden ingedrukt.
OF
2.
Zodra het systeem op enig toestenbord is ingeschakeld in de stand Blijven (indi-
catielampje aan/uit
brandt) druk dan [*][*].
OF
Druk op[*][1].
3.
Voer indien vereist uw [toegangscode] in. Alle binnenzones worden nu ingeschakeld,
met uitzondering van apparatuur die is geprogrammeerd voor nachtzones.
Het icoon voor de stand Nacht
l
Om toegang te krijgen tot binnengebieden die zijn ingeschakeld tijdens nachtmodus schakelt u het systeem uit door het invoeren van
uw [toegangscode].
3.4 Inschakelen zonder inloop
Inschakelen Geen Toegang schakelt het systeem in de stand Blijven door:
Het verwijderen van de vertraging voor binnenkomst van alle geconfigureerde zones.
l
Alle omgevingssensors in te schakelen.
l
Alle binnensensors te overbruggen.
l
Binnenkomen via iedere zone veroorzaakt onmiddellijk een alarm.
Het inschakelen van het systeem in de stand Geen Toegang
1.
Controleer dat het indicatielampje Gereed
te worden ingeschakeld.
2.
Druk [*][9] en voer indien vereist uw [toegangscode] in.
3.
Als er zones zijn overbrugd, zal op ICN of LED-toetsenborden de overbruggings-
LED oplichten en de nummers van de overbrugde zones worden weergegeven. Op
een LCD-toetsenbord verschijnt er een waarschuwing.
4.
Nadat de inschakelreeks met succes is uitgevoerd gebeurt het volgende:
Het indicatielampje aan/uit knippert als herinnering dat het systeem is inge-
l
schakeld en dat er geen binnenkomstvertraging is.
Het toetsenbord laat snelle pieptonen horen.
l
Het toetsenbord geeft "Vertraging verlaten is bezig" weer.
l
5.
Om de procedure voor het inschakelen te annuleren, voert u uw [toegangscode] in of
presenteert u uw nabijheidslabel.
6.
Zodra de vertragingstimer voor verlaten afloopt wordt het systeem ingeschakeld.
gaat aan.
aan is en dat het systeem gereed is om
- 10 -
LCD-scherm
Datum Tijd
JAN 02/13 2:06a
dan
Toets (*) voor <>
Aanwezig Insch
Toon uw tag of
voer code in
dan
Interieur
Ingeschakeld
LCD-scherm
Datum Tijd
JAN 02/13 2:06a
Toon uw tag of
voer code in
* Let op *
Overbrug. actief
dan
Ingeschakeld
Zonder Inloop <>
dan
Uitloop
Actief
Uitgeschakeld
Geen Alarm
Syst. Ingesch
In Aanwezig Mode
Advertenties
Inhoudsopgave
