Hoofdstuk 7
2.
Druk op [*] om de partitietoewijziging te veranderen voor de gebruikerscode, J of N.
Bij gebruik van een LED- of ICN-bedienpaneel drukt u op de bijbehorende cijfertoets
voor de partitie, 1 tot 8, om de programmering van de optie te wijzigen.
7.2 Configureren aanvullende gebruikersopties
De volgende opties kunnen worden toegewezen aan gebruikers:
[1] Toezichtcode
Voor meer informatie zie: "Toegangscodetypen".
[2] Dwangcode
Voor meer informatie zie: "Toegangscodetypen".
Geeft de gebruiker de mogelijkheid om zones te overbruggen.
[3] Zone-over-
brugging
[4] Toegang op
Geeft de gebruiker de mogelijkheid om SMS-functies te gebruiken. Voor meer informatie zie: "SMS-
afstand
opdracht en beheer"
[7] Pieptoon
Gebruik deze om een pieptoon te genereren wanneer het systeem wordt in-/uitgeschakeld.
Opmerking: Als er draadloze sleutels worden gebruikt om het systeem in/uit te schakelen, dan hoort u:
een pieptoon bij inschakelen
l
twee pieptonen voor uitschakelen.
l
drie paren pieptonen wanneer het wordt uitgeschakeld met een alarm in het geheugen.
l
Voor meer informatie zie: "Toegangscodetypen".
[8] Eenmalig
gebruik
Het configureren van aanvullende gebruikersopties
1.
Druk van de gewenste gebruiker of rol naar Gebruikersopties en druk [*].
2.
Gebruik de toetsen om door de gebruikersopties te bladeren en druk om de con-
figuratie van de weergegeven optie te wijzigen.
OF
Druk bij gebruik van een LED of ICN-toetsenbord het [functienummer zoals hier-
boven is opgenomen].
- 26 -
(*) schakelen <>
{Partitie Lb} J
LCD-scherm
Toets (*) voor<>
Gebruikersopties
(*) schakelen <>
Sir Squawk J