4.
Verwijder de peilstok en controleer het gebied met de vijf inkepingen.
a
5.
De inkeping of arcering die de olie het verst van het uiteinde aanduidt, is het oliepeil.
NB: Nieuwe olie (peil) kan lastig te identificeren zijn, daarom maakt de arcering tussen de inkepingen deel
uit van de peilstok. Bij het controleren van het oliepeil, ligt het oliepeil binnen het veilige bedrijfsbereik als er
olie is op een van de vijf inkepingen voor het oliebereik of vier arceringen. Als het oliepeil op de laagste
oliepeilinkeping staat, kan de bestuurder 1,8 liter (2 US qt) olie toevoegen om het peil binnen het veilige
bedrijfsbereik te houden. Als de olie donker wordt door uren gebruik, is het eenvoudiger om het oliepeil op
de peilstok te bepalen.
BRANDSTOF EN OLIE
b
c
Voorbeeld olieniveau
30
a -
Toegangsdeur voor onder‐
houd
b -
Olievuldop
c -
Peilstok
63305
65509
nld