FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
NB: Bij overschrijding van 4250 tpm start de PCM van de motor de beveiliging Engine Guardian.
a
UP
DN
a -
trimschakelaar
b -
opklapbereik
c -
trimbereik
WERKING VAN DE TRIMBEKRACHTIGING
De meeste boten kunnen met bevredigend resultaat ongeveer in het midden van het trimbereik opereren. Om
echter de trimcapaciteit volledig te benutten kunt u er soms voor kiezen om uw buitenboordmotor helemaal
naar binnen of naar buiten te trimmen. Naast een verbetering in sommige prestatieaspecten levert dit ook een
grote verantwoordelijkheid voor de bestuurder op, omdat deze zich bewust moet zijn van enkele potentiële
besturingsrisico's.
Het belangrijkste besturingsrisico is een trek- of draaikracht die voelbaar kan zijn aan het stuurwiel of de
stuurknuppel. Deze kracht op het stuur wordt veroorzaakt doordat de boot niet zo getrimd is dat de schroefas
parallel aan het wateroppervlak staat.
Trimmen van de buitenboordmotor voorbij een neutrale stuurconditie kan resulteren in trekken aan het
stuurwiel of de stuurknuppel en verlies van controle over de boot. Zorg dat u de controle over de boot
behoudt als u voorbij een neutrale stuurconditie trimt.
Bekijk de volgende lijst aandachtig.
1.
In- of omlaagtrimmen kan:
•
de boeg verlagen;
•
resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of bij een boot met zware
achtersteven;
•
zal het varen in ruw water in het algemeen verbeteren;
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie
rechtsom);
•
bij overmatige toepassing de boeg van sommige boten zo ver omlaag brengen dat ze tijdens
planee in het water beginnen te 'ploegen'. Dit kan een onverwacht snelle draai naar links of rechts
tot gevolg hebben (boegsturen of oversturen genoemd) als er een bocht wordt gemaakt of als er
een grote golf is.
2.
Uit- of omhoogtrimmen kan:
•
de boeg hoger uit het water tillen
nld
b
c
WAARSCHUWING
!
35
63388