14.
Voer indien nodig een postbiopsie beeldvorming uit van de patiënt en de biopten.
15.
Plaats indien nodig een marker van de biopsielocatie.
LET OP:
De naald van de cutter of andere klinische functies NIET activeren als een marker in de
naald is ingevoerd. Verwijder de marker eerst helemaal uit de naald voordat u een van de klinische
functies van de houder activeert.
16.
Om de naald uit de huidlocatie te verwijderen, dient de opening van de kamer te zijn afgesloten
door een applicator voor een marker van de biopsielocatie of een volledig doorgeschoven cutter.
17.
Verwijder de naald uit de biopsielocatie door de houder en naald als een eenheid terug te trekken.
LET OP:
Vermijd de knoppen van de houder om letsel te voorkomen.
18.
De controlemodule kan nu in stand-by worden gezet (raadpleeg hoofdstuk 7: Beschrijving
software).
Overige instructies
Continue weefselafname
Bij het verzamelen van meerdere biopten kan de gebruiker gebruikmaken van continue weefselafname.
a.
Voer bovenstaande Stappen voor het afnemen van een biopt uit tot en met stap 8.
Het instrument is op dat moment volledig voorbereid voor weefselbiopsie.
b.
Houd de knop BIOPSY (BIOPSIE) op het actieve invoerapparaat ingedrukt zolang er monsters
moeten worden verzameld of totdat alle weefselopvangkamers zijn gebruikt. Elk biopt wordt in een
daarvoor bestemde weefselopvangkamer afgezet.
i.
Tijdens continue weefselafname richt het specimenmanagementsysteem zich
automatisch op de volgende beschikbare kamer en het systeem gaat verder met het
verzamelen van het volgende monster. Elk biopt wordt in een daarvoor bestemde
weefselopvangkamer afgezet.
ii.
Als de cutter tijdens de weefselafname het distale einde van de kamer bereikt, zal hij
tijdelijk niet meer bewegen en klinkt er een geluidssignaal om aan te geven dat de
biopsiecyclus is voltooid. De groene led's op de houderinterface branden om de positie
van de cutter aan te geven.
iii.
Draai het duimwiel van de opening op de naald of de draaiknoppen van de opening op
de houder om de kameropening te richten voor het volgende biopt.
c.
Vervolg de biopsieprocedure bij stap 12 wanneer u klaar bent om de weefselopvangkamers uit
het instrument te nemen.
4-8