5.3.2 Brandstofvoorraad controleren, tanken
Afb. 29
Afb. 30
Controles vóór inbedrijfstelling – Dagelijks onderhoud
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
–
B-SYM-1069
–
Veiligheidsuitrusting:
1.
Omgeving van de vulopening reinigen.
Diesel
2.
Deksel eraf nemen en vulstand controleren door zichtcon-
trole.
3.
Indien vereist brandstof bijvullen door een trechter met zeef-
filter.
4.
Deksel sluiten.
B-695-0152
DRP20DX
Voortdurend toezien op het tanken.
Verontreinigde brandstof kan tot uitval of
beschadiging van de motor leiden. Indien ver-
eist brandstof ingieten door een zeeffilter.
Alleen brandstof met toegelaten specificatie
Ä Hoofdstuk 8.3.2 „Brandstof"
gebruiken
op pagina 66.
n
Beschermende werkkleding
n
Werkschoenen
n
Werkhandschoenen
47