nl
7.5
Voor het inschakelen
7.6
In- en uitschakelen
7.7
Tijdens het bedrijf
30
Inbedrijfname
ƒ
Categorie: Class I, Division 1
Let op: Indien de bekabeling conform Division 1 wordt uitgevoerd, is de installatie
ook in Class I, Division 2 toegestaan.
Controleer voor het inschakelen de volgende punten:
ƒ
Controleren van de installatie op een juiste en volgens lokale voorschriften geldige
uitvoering:
–
Is de pomp geaard?
–
Is de installatie van de voedingskabel gecontroleerd?
–
Is de elektrische aansluiting volgens voorschriften uitgevoerd?
–
Zijn de mechanische onderdelen correct bevestigd?
ƒ
Controleren van de niveauregeling:
–
Kunnen vlotterschakelaars vrij bewegen?
–
Schakelniveaus gecontroleerd (pomp aan, pomp uit, minimaal waterpeil)?
–
Is er een aanvullende droogloopbeveiliging geïnstalleerd?
ƒ
Controleren van de bedrijfsomstandigheden:
–
Is de min./max. temperatuur van het medium gecontroleerd?
–
Is de max. dompeldiepte gecontroleerd?
–
Is de bedrijfssituatie gedefinieerd afhankelijk van het minimaal waterpeil?
–
Wordt voldaan aan de max. schakelfrequentie?
ƒ
Controleer de opstelplaats/bedrijfsruimte:
–
Is het leidingsysteem aan de perszijde vrij van afzettingen?
–
Is de toevoer of de pompput gereinigd en vrij van afzettingen?
–
Zijn alle afsluiters geopend?
–
Is het minimale waterpeil gedefinieerd en bewaakt?
Het hydraulische huis moet volledig met het transportmedium zijn gevuld en er
mogen geen luchtbuffers in het hydraulisch systeem aanwezig zijn. LET OP! Als
er gevaar bestaat op de aanwezigheid van luchtbuffers in de installatie, dan
moeten er geschikte ontluchtingsvoorzieningen worden aangebracht!
Tijdens het opstarten wordt de nominale spanning kortstondig overschreden. Tijdens
het bedrijf mag de nominale spanning niet meer worden overschreden. VOORZICH-
TIG! Schakel de pomp direct uit wanneer deze niet start. Verhelp eerst de storing,
voordat u de pomp opnieuw inschakelt!
Plaats pompen in een mobiele opstelling recht op een stevige ondergrond. Zet omge-
vallen pompen weer rechtop voor het inschakelen. Schroef de pompen stevig vast op
een moeilijke ondergrond.
Pompen met vrij kabeluiteinde
De pomp moet via een aparte, door de klant te leveren bediening (in-/uitschakelaar,
schakelkast) in- en uitgeschakeld worden.
Pomp met gemonteerde stekker
ƒ
Draaistroomuitvoering: nadat de stekker in de contactdoos is gestoken, is de pomp
bedrijfsklaar. De pomp wordt door middel van de ON/OFF-schakelaar in- en uitge-
schakeld.
Pomp met gemonteerde vlotterschakelaar en stekker
ƒ
Draaistroomuitvoering: nadat de stekker in de contactdoos is gestoken, is de pomp
bedrijfsklaar. De besturing van de pomp vindt plaats via twee schakelaars op de
stekker:
–
HAND/AUTO: vaststellen of de pomp direct (HAND) of afhankelijk van het vulni-
veau (AUTO) wordt in- en uitgeschakeld.
–
ON/OFF: pomp in- en uitschakelen.
GEVAAR
Explosiegevaar door overdruk in het hydraulische systeem!
Als tijdens het bedrijf de afsluiters aan zuig- en perszijde gesloten zijn, wordt het
medium in het hydraulische systeem verwarmd door de transportbeweging. Door de
opwarming wordt in het hydraulische systeem een druk van meerdere bar opge-
bouwd. De druk kan tot explosie van de pomp leiden! Zorg ervoor dat de afsluiters
tijdens het bedrijf zijn geopend. Open gesloten afsluiters onmiddellijk!
WILO SE 2019-01