4.3
Bedrijfssituaties
4.4
Bedrijf met frequentie-omvormer
4.5
Bedrijf in explosieve atmosfeer
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor HC 20.1 + EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID
Productomschrijving
Bewaking klemmen- en motorruimte
De bewaking van de klemmen- en motorruimte beschermt de motoraansluitingen en -
wikkelingen tegen kortsluiting. De vochtmeting vindt plaats in de klemmen- en motor-
ruimte met behulp van een elektrode.
Bewaking motorwikkeling
Thermische motorbewaking beschermt de motorwikkeling tegen oververhitting. Stan-
daard is een temperatuurbegrenzing met PTC-sensor ingebouwd.
Externe bewaking afdichtingsruimte
De afdichtingsruimte kan van een externe staafelektrode worden voorzien. De elektro-
de registreert het binnendringen van het medium via de mechanische afdichting aan de
mediumzijde. Hiermee kan via de pompbesturing een alarm worden geactiveerd of de
pomp worden uitgeschakeld.
Bewaking lekkagekamer
De lekkagekamer is met een vlotterschakelaar uitgerust. De vlotterschakelaar regi-
streert het binnendringen van het medium via de mechanische afdichting aan de mo-
torzijde. Hiermee kan via de pompbesturing een alarm worden geactiveerd of de pomp
worden uitgeschakeld.
Bewaking motorlager
De thermische motorlagerbewaking beschermt het wentellager tegen oververhitting.
Voor het meten van de temperatuur worden Pt100-sensoren gebruikt.
Bedrijfssituatie S1: continu bedrijf
De pomp kan continu onder nominale belasting werken zonder dat de toegestane tem-
peratuur overschreden wordt.
Bedrijfssituatie: Niet-ondergedompelde modus
De bedrijfssituatie 'niet-ondergedompelde modus' geeft de mogelijkheid aan dat de
motor tijdens het wegpompen opduikt. Daardoor kan de waterspiegel lager worden, na-
melijk tot de bovenkant van het hydraulische systeem. Bij de niet-ondergedompelde
modus dient u rekening te houden met de volgende punten:
ƒ
Bedrijfssituatie: Continu bedrijf (S1).
ƒ
Max. medium- en omgevingstemperatuur: De max. omgevingstemperatuur komt
overeen met de max. mediumtemperatuur volgens het typeplaatje.
Bedrijf met frequentie-omvormer is toegestaan. Raadpleeg voor de desbetreffende ei-
sen de bijlage en zorg dat daaraan wordt voldaan!
Goedkeuring volgens ATEX o
Goedkeuring volgens FM
Goedkeuring volgens CSA-
Ex
Legenda: − = niet aanwezig/mogelijk, o = optioneel, • = seriematig
Voor het gebruik in een explosieve atmosfeer moet de pomp als volgt op het typeplaat-
je worden gemarkeerd:
ƒ
"Ex"-symbool van de desbetreffende goedkeuring
ƒ
Explosie-classificatie
Raadpleeg voor de desbetreffende eisen het hoofdstuk "Ex"-bescherming in de bij-
lage van deze inbouw- en bedieningsvoorschriften en zorg dat daaraan wordt vol-
daan!
ATEX-certificering
De pompen zijn geschikt voor het bedrijf in explosieve zones:
ƒ
Apparaatgroep: II
ƒ
Categorie: 2, zone 1 en zone 2
HC 20.1
o
−
nl
HC 20.1 ...-E3
o
−
−
13