In de Cameraweergave-stand kunt u ook controleren wat zich tijdens het rijden achter
uw voertuig bevindt.
▶Camera voor Cameraweergave-stand
Cameraweergave kan op elk ogenblik worden weergegeven. Merk op dat het
camerabeeld bij deze instelling niet herschaald wordt om op het scherm te passen, en
dat een gedeelte van wat de camera ziet niet op het scherm zichtbaar is.
Om het camerabeeld weer te geven, tipt u [Camera] aan op het AV-bronselectiescherm
(pagina 18).
OPMERKING
Om de achteruitkijkcamera in te stellen als de camera voor de stand Cameraweergave, stelt u [Ingang
camera achter] in op [Aan] (pagina 28).
LET OP
Pioneer adviseert het gebruik van een camera die spiegelbeeld omgekeerd weergeeft, anders
verschijnt de beeldweergave in spiegelbeeld.
• Controleer meteen of het beeld van de achteruitkijkcamera wordt weergegeven wanneer de
schakelhendel vanuit een andere positie in ACHTERUIT (R) wordt gezet.
• Wanneer het scherm tijdens normaal rijden overschakelt naar weergave van het beeld van de
achteruitkijkcamera over het volledige scherm, kiest u de tegenovergestelde instelling in [Polariteit
Camera].
• Als u
aantikt terwijl het camerabeeld wordt weergegeven, wordt het weergegeven beeld tijdelijk
uitgeschakeld.
Menu-item
[Ingang camera achter]
[Uit] [Aan]
[Polariteit Camera]
[Batterij]
[Aarding]
[Veilige Modus]
Menu-item
[Veilige Modus]
[Aan] [Uit]
Beschrijving
De activering van de achteruitkijkcamera instellen.
De polariteit van de achteruitkijkcamera instellen.
De polariteit van de aangesloten draad is positief.
De polariteit van de aangesloten draad is negatief.
OPMERKING
Deze functie is beschikbaar als [Ingang camera achter] is ingesteld
op [Aan].
Beschrijving
Stel de veiligheidsmodus in waarmee sommige functies
alleen kunnen worden uitgevoerd wanneer u uw voertuig
op een veilige locatie geparkeerd heeft en de parkeerstand
(of handrem) geactiveerd heeft.
- 28 -