Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud

Problemen oplossen

Afwijking
225: Afwijking lage druk
226: Thermische compressor
247: Afwijking ontdooien
361: Buitenlucht sensor
(bronsensor) afwezig
363: Ontdooi sensor afwezig
Warmtepomp geblokkeerd
Oorzaak
Afwijking lage druk.
Werking op E9 van de LOGON B WP61
regelaar. De minimale druk in het koelcircuit is
bereikt.
A Luchtvolumestroom door de verdamper
onvoldoende.
A1 IJsvorming
A2 Vuile verdamper
A3 Beschermend rooster is vuil
A4 Ventilator werkt niet of onvoldoende.
B Filter geblokkeerd
C Injectieklep defect, bevroren of belemmerd.
D Verkeerde hoeveelheid koelmiddel
E Verlies in het koelcircuit.
Algemeen alarm compressor
A Hoeveelheid koelmiddel ontoereikend
B Temperatuur warm gas te hoog
C Filter droger vuil
D 4-wegklep geblokkeerd
E Expansieklep geblokkeerd
F Drive compressor voor bescherming tegen
hoge stroomsterkte of temperatuur
G Compressor is werkzaam buiten de
toegestane grenzen
H Druk/temperatuur sensorsl osgekoppeld of
defect.
Na de vierde ontdooipoging heeft de
verdampingssensor in het koelcircuit (B84) de
temperatuur ingesteld op de LOGON B WP61
(parameter 2954) nog niet bereikt.
A Slecht geplaatste sensor B91
B B84 sensor defect of niet meer in de
gewenste positie
C Onvoldoende energie voor het ontdooien
(watertemperatuur in het verwarmingscircuit te
laag)
D Volumestroom naar de condensator
Sensor losgekoppeld
Sensor losgekoppeld
Informatie via parameter 8006 status WP.
A. Geblokkeerd, externe T.
B. Geblokkeerd, externe blokkering
stroomleverancier. Spanningsverlies bij
ingang E6.
C. Eco blokkering
Eliminatie, maatregelen
A1 controleer de ontdooiing (controle sensor)
A2 Reinig de verdamper
A3 Reinig het beschermende rooster
A4 Controleer het systeem, afstellen; controleer de
spanning
B Controleer het temperatuurverschil tussen de inlaat en
uitlaat van de filterdroger (∆Tmax = 3K)
C Controleer, reguleer en vervang de injectieklep
D Ledigen en vullen op basis van het typeplaatje.
E Oliesporen van het apparaat wijzen op een lek in het
koelcircuit
A Controleer de hoeveelheid koelmiddel en vul indien
nodig bij.
B Te hoge watertemperatuur; verminder de
lwenstemperatuur.
C Controleer het temperatuurverschil tussen de inlaat en
uitlaat van de filterdroger ( ∆Tmax = 3K ), indien nodig
vervangen
D Controleer het temperatuurverschil tussen de inlaat en
uitlaat van de 4-wegklep ( ∆Tmax = 5K ), indien nodig
vervangen
E Controleer het expansieventiel en de motor ,eventueel
vervangen.
F Controleer de staat van de werking, de warmtepomp
werkt niet buiten de aangegeven grenzen ( zie
paragraaf " Operationele beperkingen" )
Trek om de warmtepomp te resetten, de stekker uit het
stopcontact en wacht minstens 3 minuten en herstel
vervolgens de verbinding.
G Controleer de bedrijfsomstandigheden, de warmtepomp
werkt niet buiten de aangegeven grenzen ( zie
"Operationele Beperkingen" )
H Controleer de positionering en het lezen van de sensors
en vervang indien nodig.
Neem in al deze gevallen contact op met de
klantenservice
A Plaats de sensor correct (deze mag de verdamper niet
raken). Vervang de sensor indien defect.
B Controleer de positie van de sensor. Controleer de
werking (meet de werkelijke temperatuur van alle
injectieleidingen en vergelijk deze met de waarde
B84).
C Voer de elektrische weerstand in, totdat de minimum
watertemperatuur wordt bereikt.
Sluit de verwarmingscircuits gedeeltelijk af.
D Controleer de werking van de pompen,
terugslagkleppen en 3-wegkleppen.
Controleer de koppeling en vervang eventueel de sensor
Controleer de koppeling en vervang eventueel de sensor
A Een te lage buitentemperatuur.
B. Blokkade stroomleverancier. Geen fout, de
warmtepomp start opnieuw op nadat de
stroomonderbreking is opgelost.
C Controleer de werking van de gefaseerde controlerelais:
buiten de stroomonderbrekingstijden van de
stroomleverancier.
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave