Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie; Transport; Algemene Aanwijzingen Voor De Installatie - elco AEROTOP S05 M-IR Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

Transport

Algemene aanwijzingen voor de installatie

Veiligheidsvoorschriften
Alle eisen en instructies in de
documentatie en op de etiketten,
identificatieplaatjes en
documenten behorende bij het
apparaat moet worden nageleefd.
Transport
Controleer bij aflevering het
apparaat op transportschade en
compleetheid volgens de
orderbevestiging. In geval van
beschadigd of ontbrekend
materiaal moet het transportbedrijf
onmiddellijk schriftelijk worden
ingelicht.
Let erop dat de warmtepomp
gedurende het transport, de
plaatsing en de voorbereiding of bij
verplaatsing van zware materialen,
niet wordt beschadigd.
Let erop dat touwen, riemen of
kettingen de warmtepomp niet
kunnen beschadigen. Zorg ervoor
dat de warmtepomp niet
schommelt wanneer deze wordt
opgeheven. De warmtepomp kan
ten opzichte van haar verticale
positie tot maximaal 15° worden
gekanteld.
Voor het transport is de
warmtepomp in de fabriek
gefixeerd op een pallet en
beschermd met een kartonnen
verpakking. Om transportschade
te voorkomen, moet de
warmtepomp verpakt op de pallet
worden vervoerd naar de
definitieve installatieplaats.
Gebruik de onderdelen en buizen
niet voor het transport.
Houd rekening met het gewicht
van de warmtepomp.
Let op de positie van de flexibele
waterslangen en
elektriciteitskabels zodat deze niet
beschadigd raken.
De warmtepomp mag alleen aan
de onderkant worden opgetild en
getransporteerd.
Als u de installatieruimte alleen via
de trap kunt bereiken, gebruik dan
een trappensteekwagen of houten
planken en riemen, zoals
aangegeven in de figuren op de
volgende pagina. Het is raadzaam
om de panelen te verwijderen om
het te verplaatsen gewicht te
verlagen. Voor het vervoer zijn
twee personen vereist.
Plaatsing
De AEROTOP S warmtepompen
zijn uitsluitend bestemd voor
gebruik in binnenruimten.
De plaatsing moet nauwkeurig en
precies worden uitgevoerd. Tijdens
de beweging voor het plaatsen is
overhellen tot 45° toegestaan,
maar slechts voor een korte
periode. In dit geval moet men
tenminste 2 uur wachten voordat
de machine kan worden opgestart.
De AEROTOP S warmtepomp
moet geplaatst worden op een
vlakke ondergrond zonder
fundering.
De vloer moet over voldoende
draagvermogen beschikken voor
de warmtepomp en de
toebehorende elementen.
De warmtepomp kan niet op een
zwevende vloer worden
geïnstalleerd.
De vloer moet schoon zijn en vrij
van stof en ander vuil.
Indien de warmtepomp in de kelder
wordt geplaatst, moet de
installatieplaats beschermd worden
tegen wateroverlast.
De installatieruimte moet
beschikken over ten minste één
buitenmuur. Zeer vochtige ruimten
zijn niet geschikt voor de installatie
van de AEROTOP S warmtepomp.
Zorg aan de voorkant voor genoeg
ruimte voor toegang tot het
bedieningspaneel en aan de zijkant
voor het uitvoeren van controles en
onderhoud.
Zorg voor een afvoer voor het
condenswater.
De warmtepomp moet op de
definitieve installatieplaats
zorgvuldig worden uitgepakt en
pallet verwijderen, zonder te
worden blootgesteld aan schokken
of grove bewegingen.
De AEROTOP S moet op een
vlakke vloer worden geplaatst en
de afstelbare voetjes moeten
worden uitgelijnd.
Installatie
De voorschriften,
installatieschema's en elektrische
schema's moeten strikt worden
nageleefd.
De toebehoren moeten worden
geïnstalleerd door een specialist
(verwarmingsmonteur) volgens de
bijgevoegde instructies voor
montage.
Dankzij de lagere luchtsnelheid en
de geluidsabsorberende
ondersteuning van de bewegende
delen en geluidsabsorberende
coating, is de geluidsemissie van
de AEROTOP S zeer laag.
Het werkelijke geluidsniveau is
afhankelijk van verschillende
factoren, waaronder de grootte
van de installatieruimte, de
akoestische isolatie of de
weerkaatsing van de in de ruimte
aanwezige materialen en de
mogelijkheid tot
geluidsoverdracht door
structurele materialen.
Alle aansluitingen moeten worden
gemaakt met flexibele
verbindingen, zodat de
warmtepomp vrij kan vibreren, met
name wanneer de compressor of
de ventilator wordt aangesloten.
Alleen op deze manier wordt
lawaaioverdracht als gevolg van de
structurele opbouw voorkomen,
alsmede het beschadigen van de
leidingen.
De luchtkanalen, buizen en
elektrische leidingen moeten
worden bevestigd aan de wand,
niet aan de warmtepomp.
In het algemeen moeten de
instructies voor de juiste
positionering van een lucht-water
warmtepomp worden opgevolgd.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave