Installatie
Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluiting van
de warmtepomp moet worden
uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel conform de
nationale wetgeving met
betrekking tot installaties. Ook
moet worden voldaan aan de
voorwaarden van de lokale
energieleverancier met
betrekking tot de aansluiting.
Onderbreek voor iedere
elektrische aansluiting of
ingreep altijd de
stroomtoevoer.
Elektrische aansluitingen en
aanwijzingen voor het instellen
De maximaal toegestane
tolerantie voor de
voedingsspanning is 2% voor
de frequentie en 6% voor het
voltage.
De warmtepomp mag niet
worden aangesloten als het
verschil in elektrische
spanning tussen de fasen
hoger is dan 2%.
Wanneer de installatie
gebruikt wordt buiten de
vermelde grenswaarden,
vervalt de garantie.
Neem indien nodig contact op met de
lokale energieleverancier. De interne
bedrading van de warmtepomp is
gerealiseerd in de fabriek
overeenkomstig het elektrische
aansluitschema van het apparaat. De
warmtepomp is uitgerust met een
elektrische schakelkast (zie figuur
hiernaast). Verwijder het onderste
voorpaneel om erbij te kunnen. De
voedingskabel en de
laagspanningskabels, bijvoorbeeld
voor de sensors, worden via
gescheiden holle buizen van het
gebouw naar de warmtepomp geleid.
De elektrische schakelkast kan
gekanteld worden om toegang te
verlenen tot onderdelen die zich aan
de achterzijde bevinden en voor
onderhoud.
36